Financieringsstelsel kinderopvang biedt werkende ouders meer zekerheid

Het kabinet wil dat de kinderopvangtoeslag op termijn verdwijnt. In de plaats daarvan komt er een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang. Het nieuwe stelsel is eenvoudiger en biedt ouders meer zekerheid over wat zij moeten betalen aan kinderopvang. De kosten voor kinderopvang gaan voor de meeste werkende ouders omlaag. Dit plan past binnen de bredere ambitie van het kabinet om het belastingen- en toeslagenstelsel eenvoudiger te maken. Dat meldt de Rijksoverheid.

Staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie): “Kinderopvang wordt voor alle werkende ouders bijna gratis. Een gezinsleven met een baan combineren is al druk genoeg. Dan zit je helemaal niet te wachten op financiële rompslomp. Nederland verdwaalt in een woud van ingewikkelde regels over werk en inkomen. Dit is de eerste concrete stap naar een simpeler systeem dat beter werkt voor mensen.”

Achteraf niets meer terugvorderen

Staatssecretaris Achahbar (Toeslagen en Douane): “In het nieuwe kinderopvangstelsel vordert de overheid achteraf niet meer bij ouders terug. Daarmee zorgen we dat de vergoeding voor de kinderopvang mensen niet meer in financiële problemen brengt. Dit brengt rust en geeft financiële zekerheid voor ouders. Dat we nu gezamenlijk aan de slag gaan met het verder uitwerken van een nieuw stelsel voor kinderopvang, is daarom een belangrijke stap.”

Inkomensafhankelijke vergoeding 

Het kabinet heeft in het regeerprogramma afgesproken dat er per 2027 een hoge, inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang komt voor werkende ouders. De overheid betaalt deze vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties. De kinderopvangtoeslag op basis van een voorschot verdwijnt. Ouders betalen nog wel een eigen bijdrage aan hun kinderopvangorganisatie. Er wordt vooraf getoetst of zij voldoen aan de voorwaarden. Ouders krijgen hierdoor vóórdat ze starten met het afnemen van opvang zekerheid over het recht op de vergoeding. In het nieuwe kinderopvangstelsel vordert de overheid achteraf geen bedragen meer terug bij ouders.

Het realiseren van een nieuw financieringsstelsel is een grote operatie. Het kabinet gaat de komende tijd het stelsel doorontwikkelen tot een uitvoerbaar financieringsstelsel. Het verkent welke keuzes en stappen daar nog voor gezet moeten worden. Het doel is om gezamenlijk vanuit beleid en uitvoering te komen tot een stelsel waarin eenvoud en zekerheid voor de ouder leidend is. Ook is eenvoud voor de uitvoerder en de kinderopvangsector een belangrijk principe.

Gegevensuitwisseling met kinderopvangorganisaties 

Het kabinet ziet Dienst Toeslagen als de meest logische partij voor deze rol. Dienst Toeslagen heeft expertise die cruciaal is in het nieuwe stelsel, bijvoorbeeld waar het gaat over de gegevensuitwisseling met kinderopvangorganisaties. Tegelijkertijd betreft het nieuwe stelsel een grote opgave, waarvan de implicaties voor Dienst Toeslagen op dit moment nog niet volledig in beeld zijn. Na afloop van deze verkenningsfase volgt daarom een weegmoment, waarop expliciet besloten wordt over de verdere voortgang. Voor de verdere uitwerking van het stelsel blijft het kabinet ook de kinderopvangorganisaties betrekken.

Stijging van de vraag naar kinderopvang 

Zoals bij elke grote herziening is de overgang naar een nieuw stelsel complex en niet zonder gevolgen. Naast de duidelijke voordelen heeft het kabinet ook oog voor de risico’s. Deze kunnen zich met name in de overgangsperiode voordoen. De overgang naar het nieuwe stelsel leidt vrijwel zeker tot een stijging van de vraag naar kinderopvang. Wanneer het aanbod de extra vraag niet kan bijbenen, kan dit leiden tot prijsstijgingen en wachtlijsten. Als de prijzen stijgen, heeft dat met name gevolgen voor huishoudens met een laag inkomen. Zij hebben nu vaak al recht op het maximale vergoedingspercentage voor kinderopvangtoeslag. En daardoor profiteren zij niet van het nieuwe, hoge algemene vergoedingspercentage.

Het kabinet is zich hiervan bewust. Het verkent de komende periode mogelijke aanvullende maatregelen om nadelige gevolgen te beperken. Het kijkt daarbij onder meer naar de rol van gemeentelijk kinderopvangbeleid, het voorkomen van grote prijsstijgingen en het tegengaan van personeelstekorten. Het kabinet beslist op zijn vroegst volgend voorjaar over eventuele aanvullende maatregelen.

Door: Nationale Onderwijsgids