De inspectie heeft de opleidingen onderzocht na een analyse van landelijke gegevens, op basis van het trekken van een steekproef of na mogelijke signalen of klachten. De inspectie onderzoekt de examenkwaliteit in twee leerwegen: de beroepsopleidende leerweg en de beroepsbegeleidende leerweg. Het onderwijs is van onvoldoende kwaliteit (‘zeer zwak’) als de opleiding te weinig gediplomeerden oplevert én als het onderwijsproces ernstige tekortkomingen vertoont.

De examinering is van onvoldoende kwaliteit als deze niet aan de examenstandaarden voldoet. Een onvoldoende voor examens kan komen door examens die de instelling zelf gemaakt heeft, of door examens die zijn ingekocht bij een examenleverancier. In alle gevallen is de instelling overigens verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examens.

Vijf weken na het vaststellen van het inspectierapport waarin de onvoldoende kwaliteit is opgenomen, wordt het rapport gepubliceerd en komt een opleiding in het overzicht te staan. Na ongeveer een jaar vindt een vervolgonderzoek plaats. Als de kwaliteit is hersteld, verdwijnt de opleiding van het overzicht.

De opleidingen in de overzichten staan onder geïntensiveerd toezicht van de inspectie. De instelling ontvangt voor deze opleidingen direct een waarschuwing van de minister. Na een verbetertijd (meestal een jaar) volgt een nieuw onderzoek naar de kwaliteitsverbetering. Bij herhaalde onvoldoende onderwijs- of examenkwaliteit kan de instelling het recht verliezen om de opleiding te verzorgen, dan wel om examens af te nemen.

Bekijk hier de overzichten van de mbo-opleidingen:

Overzicht regionale opleidingscentra
Overzicht niet bekostigde instellingen met een licentie voor mbo-opleidingen
Overzicht vakinstellingen
Overzicht agrarische onderwijscentra

© Nationale Onderwijsgids