Normal_copyright_stockfreeimages_school_les_klas_boeken

Vandaag heeft minister Jet Bussemaker van Onderwijs de Tweede Kamer in een brief geïnformeerd over de voorlopige resultaten van de aanpak van voortijdig schoolverlaters (vsv) over het schooljaar 2014/2015. Zij laat hierin weten dat de doelstelling van maximaal 25.000 vsv'ers is gehaald. In het mbo is er sprake van een daling van 1200 vsv'ers en in het voortgezet onderwijs blijft het uitvalpercentage onverminderd laag. 

In het jaar 2014/2015 verlieten 24.451 leerlingen voortijdig het onderwijs. Ter vergelijking: in het jaar 2002 lag dit aantal op 71.000. Al jaren is een gestaag dalende lijn te zien in het aantal jongeren dat voortijdig de school verlaat.
 
Het aantal vsv'ers in het mbo is met ongeveer 1.200 afgenomen naar in totaal 19.285 jongeren. De daling is in zowel in de beroepsopleidende leerweg (bol) als de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) te zien. De investeringen in het bestrijden van schoolverlaters van 18 jaar en ouder blijkt vruchten af te werpen: het percentage 18-plussers dat uitvalt is ten opzichte van vorig schooljaar gedaald van 5,3 naar 5,0 procent. Er zijn wel verschillen in de uitval tussen de niveaus in het mbo. Zo is de uitval in de entreeopleiding, en in niveau 2 en 3 verder gedaald, maar het vsv-percentage in niveau 4 is daarentegen licht gestegen. 
 
De uitval rond de overstap van voortgezet onderwijs naar mbo is dit jaar weer verder afgenomen naar 8.078 jongeren. Toch is dit aantal nog steeds een derde van alle vsv’ers. In het voortgezet onderwijs is de uitval al jaren laag: afgelopen schooljaar gingen 4.446 leerlingen voortijdig van school af. De meeste uitval is te zien in de bovenbouw van het vmbo met 2.517 leerlingen.
 
Voor het jaar 2021 is de doelstelling dat maximaal 20.000 jongeren voortijdig het onderwijs verlaten. Bussemaker denkt dit te kunnen bereiken door een goede samenwerking van scholen en gemeenten.
 
© Nationale Onderwijsgids