Minister Bussemaker van Onderwijs krijgt brede steun voor haar wetsvoorstel dat de eisen voor mbo-examencommissies aanscherpt. Bussemaker wil de kwaliteit van de examinering in het mbo verbeteren met maatregelen om de positie van examencommissies te versterken. Dat meldt de Tweede Kamer.
De maatregelen die Bussemaker voor ogen heeft zijn: verduidelijking taken en bevoegdheden, nadere eisen aan de samenstelling en de onafhankelijke positie en verduidelijking verhouding met het bevoegd gezag. Siderius (SP) steunt Bussemakers voorstellen. Wel vraagt zij waarom mensen met financiële verantwoordelijkheden toch lid mogen worden van examencommissies. Examencommissies moeten waarborgen dat belangenverstrengeling wordt voorkomen, antwoordt de minister.
Het wetsvoorstel van de minister is een verbetering, zegt Beertema (PVV). Maar hij vindt het wel "te idioot voor woorden" dat het mbo de examinering nog steeds niet op orde heeft. Goede examinering is van groot belang, reageert Bussemaker. Volgens haar is de mbo-sector zich daarvan ook bewust. Minimaal één lid van de examencommissie zou afkomstig moeten zijn uit de beroepspraktijk. VVD'er Van der Ree wil dit wettelijk vastleggen.
De beroepspraktijk wordt al op verschillende manieren betrokken bij de opleiding en de examinering, benadrukt Bussemaker. Maar zij is tegen een verplichting om altijd minimaal één lid van de examencommissie afkomstig te laten zijn uit de beroepspraktijk. Vooral omdat waarschijnlijk niet altijd een geschikte kandidaat te vinden is. De Kamer stemt 20 december over het wetsvoorstel.
