Steeds minder leerlingen kiezen voor de praktijkgerichte opleidingen binnen het vmbo. Door de maatschappelijke druk om een zo hoog mogelijke opleiding te halen, kiezen scholieren liever voor de theoretische tak van het vmbo, havo of vwo. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
Sinds 2004 is het leerlingaantal in de praktijkgerichte opleidingen binnen het vmbo met 40 procent gekrompen. Prognoses laten zien dat de komende jaren het aantal vmbo’ers naar verwachting met bijna 11 procent daalt, tegen 3,5 procent in havo en vwo. Op sommige plaatsen, zoals in Groningen, is het aantal inschrijvingen zelfs met 20 procent gedaald. Volgens de VO-raad gaat deze daling hand in hand met het tegenwoordig leidende schooladvies van basisschoolleerkrachten. De raad denkt dat met name hoogopgeleide ouders leraren onder druk zetten om het schooladvies voor hun kind te verhogen. Ook de MBO Raad maakt zich zorgen: “We zijn op het punt dat delen van het beroepsonderwijs gaan omvallen''.
Want het dalende leerlingaantal heeft ook gevolgen voor de praktische opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Er bestaat een discrepantie tussen de positieve waardering voor vakmensen in de samenleving en het negatieve imago van het vmbo en het mbo, zien de VO-raad en MBO Raad. “We moeten afscheid nemen van begrippen als hoog- en laagopgeleid. Dat suggereert dat een cognitieve opleiding beter is dan een beroepsgerichte, terwijl de samenleving beide type mensen nodig heeft'', aldus de VO-raad. Excellentie is niet voorbehouden aan een hoog opleidingsniveau. Op alle vakgebieden kunnen mensen uitblinken.
De sectorraden vinden dat bedrijfsleven, politiek en onderwijs ook in de regio samen moeten optrekken om ook in economisch mindere tijden een minimaal aantal leerlingen af te leveren. Morgen vindt er in de Tweede Kamer een debat plaats over de toekomst van het beroepsonderwijs.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
