FNV Jong reageert hiermee op het vorige week gepubliceerde onderzoek van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) en uitkeringsinstantie UWV, waaruit blijkt dat er veel vraag is naar jongeren met een mbo-opleiding.

 

Marjelle Boorsma van FNV Jong: “Vooral de BBL'ers zijn hard nodig en gewild vanwege hun praktijkkennis en werkervaring. Toch zien we dat er te weinig BBL'ers opgeleid worden door een gebrek aan leerwerkplekken. Op het moment dat het slecht gaat met de economie, durven bedrijven geen BBL'ers meer op te leiden. En voor scholen is het voordeliger om alleen de BOL-variant van de opleiding aan te bieden. En dat terwijl BBL'ers sneller een baan vinden dan BOL'ers. Ook stromen zij vaker door naar een échte baan bij de werkgever waar ze opgeleid zijn, juist vanwege hun praktijkervaring. Het bedrijfsleven klaagt over een tekort aan vakkrachten, maar mag de hand in eigen boezem steken. Er moeten gewoon meer leerwerkplekken aangeboden worden.”

 

De Samenwerkingsorganisatie SBB publiceerde ook een interactief dashboard waarin ze per opleiding aangeven wat de baankansen zijn en de kans op een stage of leerwerkplek. Boorsma: "Je ziet dat de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt nog niet goed is. Wij pleiten voor een numerus fixus op opleidingen waarvan we weten dat er weinig werk in te vinden is, zodat jongeren niet worden opgeleid voor de kaartenbak van het UWV. Licht jongeren op de middelbare school eerlijk voor over hun baankansen bij het kiezen van een opleiding en maak omscholen ook makkelijker voor jongeren die langdurig geen werk kunnen vinden."

 

Tot slot denkt FNV Jong dat het zal helpen als het mbo in een beter daglicht komt te staan. Boorsma: “Het imago van het mbo is erg slecht. We moeten vakmanschap weer beter gaan waarderen, want we hebben de mbo'ers immers hard nodig.”