Jongeren in het mbo willen dat ze net als hun leeftijdsgenoten op het hbo en op de universiteit studenten heten. Nu heten de mbo’ers in de wet officieel ‘deelnemers’ en volgen zij een ‘opleiding’ in plaats van een studie. Ook gelden er voor jongeren in het mbo lang niet zo veel voordelen als studenten in het hoger onderwijs. Daar moet verandering in komen, zo vindt de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB). Dat meldt NOS.
Mbo’ers krijgen veel minder vaak studentenkorting. Verder kunnen ze bijvoorbeeld geen lid worden van een studentenvereniging en ze zijn niet altijd welkom bij feesten of andere gelegenheden waar een collegekaart moet worden vertoond. Daardoor vinden veel jongeren op het mbo het lastiger om sociale contacten op te bouwen.
Voor de overheid zijn de jongeren al geruime tijd 'studenten': zo krijgen ze studiefinanciering en maken ze gebruik van een ov-studentenkaart. Ondanks dat de overheid dus geen onderscheid maakt, willen de jongeren toch graag dat het woord ‘deelnemer’ uit de wet vervangen wordt door ‘student’. Het ministerie van Onderwijs gaat bekijken hoe dit begrip kan worden omgezet.
Volgens Roosmarijn Dam van het JOB worden de mbo’ers door de minister van Onderwijs zelfs nog wel eens ‘leerlingen’ genoemd. Bij de mbo’ers ligt die term behoorlijk gevoelig, omdat ze zich op die manier achtergesteld voelen bij studenten uit het hoger onderwijs. Dat is weer van invloed op hun studentenleven. “Het onderwijs dat je volgt bepaalt nu waar je uitgaat of welkom bent, waardoor het mbo en het ‘hoger’ onderwijs twee gescheiden werelden blijven, gebaseerd op vooroordelen” zo stelt Dam.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids