VR ingezet bij Deltion College voor onderwijsvernieuwing en burgerschap

In virtual en augmented reality (VR en AR) kan de werkelijkheid zo goed worden nagebootst dat studenten er praktijksituaties in kunnen ervaren. Daarmee zijn ze beter voorbereid op stages en werk. Ook kan VR thema’s als leven met een handicap, oorlog en racisme levensecht laten aanvoelen. Daardoor is VR een verrijking voor bijvoorbeeld het vak burgerschap, waarbij beleving goed werkt. Bij het Deltion College nemen ze studenten mee naar de virtuele Tweede Kamer, maar leren ze ook de juiste lades in een VR-apotheek vinden. Dat meldt Kennisnet. 

Tijdens de coronalockdowns vielen veel stages van mbo-studenten in het water. Ook leerzame uitstapjes naar bijvoorbeeld de Tweede Kamer konden niet doorgaan. Voor Diane Smits, adviseur onderwijsinnovatie bij Deltion College en lid van de werkgroep Digitaal burgerschap, en Janine Ganzevles, adviseur media, informatie en leertechnologie, was dit een goede gelegenheid om de waarde van VR en AR voor het onderwijs nog eens onder de aandacht te brengen bij collega’s. “Tijdens lockdowns en de verbouwing van het Binnenhof kunnen we niet naar de Tweede Kamer. Maar als studenten niet weten hoe die eruitziet, waarom de verdeling in de Tweede Kamer is zoals hij is, dan snappen ze niet hoe onze democratie werkt”, zegt Smits. “Met VR kun je die beleving wél geven, waardoor ze een andere kijk op politiek krijgen.” 

Burgerschap in digitaliserende samenleving 

Veel scholen realiseren zich inmiddels wel waarom het nodig is dat er meer aandacht komt voor burgerschap in een digitaliserende samenleving. “We merken bijvoorbeeld vaak dat studenten niet worden aangenomen op een stageplek, omdat ze bepaalde dingen delen op social media. Dat vinden ze raar, dus daar moet je met ze over in gesprek. Want als je uitlegt wat het betekent als je je zo gedraagt, of vraagt of zij als werkgever iemand in dienst zouden nemen die zich op dezelfde manier gedraagt, gaat er meestal wel een lampje branden.” 

“Dit soort gesprekken vinden nu vaak plaats in lessen loopbaanbegeleiding, maar daarmee doe je beide vakken tekort”, vindt Smits. Vroeger werden issues rond gedrag en stages ook besproken door de mentor. “Die informeerde dan ook of het thuis allemaal liep, want we weten dat mbo-studenten vaak met een volle rugzak naar school komen. We merken dat het hard nodig is om studenten bewust te maken van de wereld buiten die van henzelf, hun ouders, familie en vrienden.” Oog hebben voor de maatschappij waarin ze leven, dat kunnen ze leren bij (digitaal) burgerschap. 

Virtuele ruimte 

Ook Harriët Leget, adviseur digitale geletterdheid en docentprofessionalisering bij Kennisnet, onderschrijft de meerwaarde van het inzetten van virtual en augmented reality in de klas en voor onderwijsvernieuwing. “Als een student zich in een virtuele ruimte bevindt, kan hij vrij rondkijken en rondlopen. Hierdoor voelt het net alsof hij of zij echt op deze locatie is. Zo kun je studenten dus kennis laten maken met locaties waar je normaal gesproken lastig kunt komen. Denk bijvoorbeeld aan gebedshuizen en historische gebouwen, maar ook aan de opslag van een warenhuis, de werkplaats van een opticien of achter de coulissen van een grote concertzaal.” 

Luchtvaartdienstverlener 

VR werkt nog beter voor onderwijsvernieuwing en vakverdieping als het mbo samenwerkt met het bedrijfsleven. Zo zetten het Deltion College en het Albeda mbo een VR-module van KLM-XR Center of Excellence in voor de opleiding luchtvaartdienstverlener. Via de VR-module van de luchtvaartmaatschappij leren studenten branden te blussen, oefenen ze met communicatievaardigheden, doorlopen ze veiligheidsprocedures en leren ze anticiperen op andere luchtvaartsituaties.  

In een veilige omgeving oefenen 

“Simulaties zijn erg nuttig omdat de fouten van de student geen gevolgen hebben”, legt Leget uit. “Hierdoor kan de student zonder angst uitproberen wat wel en niet werkt. Zo kan het besturen van een vorkheftruck in een warenhuis of het zetten van een prik allemaal in VR worden gesimuleerd. Door handelingen zonder stress in een veilige omgeving te oefenen, voelen ze zich daarna eerder op hun gemak op een stage- of werkplek.” 

Zorgopleidingen 

Vooral voor studenten van zorgopleidingen kunnen VR en AR volgens Janine Ganzevles, die ook e-learnings en scripts voor VR-omgevingen ontwikkelt, het onderwijs echt verrijken. “In samenwerking met vijf roc’s en twee universiteiten hebben wij een VR-apotheek opgezet. Het is een grote kruisbestuiving waarbij iedereen elkaar helpt zich te ontwikkelen.”  

Verder draagt VR bij aan alternatieve stagemogelijkheden, want ook voor studenten apothekersassistent is het steeds moeilijker om een stageplek te vinden. Nu kan een VR-simulatie een stage misschien niet helemaal vervangen, maar wel bijdragen aan het voorkomen van studievertraging. Want de ervaring die is opgedaan via VR of AR (al dan niet in een lockdown) kan de stageperiode daarna wellicht bekorten. “En studenten zijn nu voordat ze op stage gaan al voorbereid op hoe een apotheek eruitziet. Daardoor kunnen ze sneller hun weg vinden als ze eenmaal stage gaan lopen”, zegt Ganzevles.

Hololens 

Smits en Ganzevles zouden ook graag de hololens van Microsoft willen inzetten, een zogenaamde mixed reality-headset. Dat is een bril waarmee virtuele beelden worden geprojecteerd op de werkelijkheid. Door de transparante glazen van de bril zien gebruikers gewoon de echte wereld om hen heen, met daaraan toegevoegde 3D-elementen (hologrammen). “Op IPON hebben we kennisgemaakt met de XR-reanimatietraining van VR MedicalSIM”, vertelt Smits. “Daarna heeft dat bedrijf bij ons op school een demonstratie gegeven. De docent die de AR-module uitprobeerde en ook op een ambulance werkt, ging zo op in het reanimeren dat hij het belangrijkste vergat: 112 bellen. Zo levensecht is een VR-ervaring dus!”  

Aan de hololens hangt wel een stevig prijskaartje: de bril kost 3.500 euro en de AR-module 5.000 euro. Maar zegt Ganzevles: “Alle studenten die een zorgopleiding volgen krijgen EHBO-les. Dan heb je het bij ons over zo’n 17.000 studenten. Dus als je de investering in een hololens of VR-bril uitsmeert over alle opleidingen, wordt het een stuk betaalbaarder.” 

Motivatie 

Tot slot noemt Smits nog een ander voordeel van het inzetten van VR en AR: docenten kunnen moeilijk te motiveren studenten ermee in beweging krijgen. “Een van onze studenten sociaal-pedagogisch werk moest een opdracht doen in museum De Fundatie in Zwolle. Hij was totaal niet gemotiveerd. Het enige wat hij wilde was naar Rome gaan. Door middel van een VR-bril heeft Smits hem kunstobjecten in Rome laten zien. Toen had hij opeens wél aandacht voor de opdracht en wilde hij meer: een museum bezoeken. De VR-presentatie van het Anne Frank Huis die ik hem heb laten zien, vond hij zo mooi dat hij zelf ook zulke dingen wilde kunnen maken voor de Fundatie. Daar is hij enthousiast mee aan de slag gegaan. Hij zei: ‘Nu snap ik het. Nu weet ik waarom ik dingen moet doen en wil doen.’”

Door: Nationale Onderwijsgids