Ondanks allerlei overheidsinitiatieven blijkt het aantal te dikke kinderen in Nederland nog niet te zijn afgenomen. Uit cijfers van het CBS en het RIVM blijkt dat overgewicht vaker voor komt bij kinderen van wie de ouders of verzorgers ook overgewicht hebben. Volgens Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid, ligt een groot deel van het probleem bij gebrekkige voedseleducatie. Dat melden NOS en CBS.
In 2015 had 12 procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot 12 jaar) overgewicht. Een derde hiervan, 4 procent van alle 4- tot 12-jarigen, had zelfs obesitas (ernstig overgewicht). Meisjes en jongens hebben even vaak overgewicht. “De jeugd weet te weinig over gezond eten. Koken vinden ze lastig en dat is niet gek: steeds meer ouders kunnen dat niet”, zegt Seidell. Met als gevolg dat ze vaak voor de makkelijke en ongezonde hap kiezen.
Van kinderen van wie beide ouders of verzorgers overgewicht hebben, heeft17 procent zelf ook overgewicht. Bij kinderen van wie beide ouders geen overgewicht hebben is dit bijna 6 procent. Hebben beide ouders overgewicht, en kampt tenminste een van de ouders met obesitas, dan hebben kinderen in bijna een kwart van de gevallen overgewicht. De hoogleraar denkt dat de groep ouders met overgewicht slechte leefpatronen doorgeeft. Zo krijgen de kinderen in die gezinnen veel zoete drankjes en bewegen ze op latere leeftijd minder, zegt Seidell.
“De gezonde keus moet de makkelijke keus worden. Leer kinderen koken en haal zoveel mogelijk snoepautomaten weg”, aldus de hoogleraar. Scholen zetten zich ook steeds meer in voor de gezondheid van de leerlingen. Zo hebben veel scholen al het certificaat Gezonde School behaald, waarbij de leerlingen onder andere les krijgen over gezonde voeding en beweging en het belang hiervan.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids