Normal_handicap__rolstoel__kind__speciaal_onderwijs__beperking

Gisteren heeft de Tweede Kamer gesproken over instemmingsrecht voor ouders over de onderwijszorg. De Kamer blijkt verdeeld te zijn over het wetsvoorstel dat er gekomen is naar aanleiding van een motie van Kamerlid Ypma (PvdA). Staatssecretaris Dekker, de PvdA, D66 en CDA zien wel voordelen in het wetsvoorstel, maar VVD, SGP, ChristenUnie, PVV en SP hebben hun bedenkingen. Dat meldt de Tweede Kamer.

Ypma is van mening dat wanneer ouders en school positief contact hebben dit ten goede komt aan het kind, zowel in de klas als thuis. Kamerlid Van Meenen (D66) en Ypma denken dat met een gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en school de kans groter is dat zij tot oplossingen komen. Ook vindt D66-Kamerlid dat de positie van ouders wordt versterkt en Rog (CDA) vindt dat met het instemmingsrecht de betrokkenheid van ouders weer geregeld wordt zoals in de tijd van het “rugzakje”.

Aan de andere kant vragen Straus (VVD) en Bisschop (SGP) zich de noodzaak van het wetsvoorstel af, omdat er geen signalen van problemen zijn. Beertema (PVV) is van mening dat het de autonomie van de leraar aantast en Siderius (SP) zit met de kosten, deze bedragen 3 miljoen en het Kamerlid wil niet dat de scholen daarvoor opdraaien. Volgens Kamerlid Bruins (ChristenUnie) is het echte probleem dat het op overeenstemming gericht overleg niet werkt.

De PO-Raad en VO-raad zijn van mening dat ouders betrokken moeten worden bij de inhoud, maar het eindoordeel over de invulling van extra hulp in de klas moet overgelaten worden aan de experts op school. Oudervereniging Balans en de Nederlandse Vereniging voor Autisme zijn juist van mening dat scholen de kinderen, ouders en ouderbetrokkenheid nog niet serieus nemen. Het instemmingsrecht voor ouders is volgens de organisaties een belangrijke stap om hier verandering in te brengen. Op 25 oktober stemt de Kamer over het wetsvoorstel en de moties.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids