Slimme kinderen voor wie de lesstof op school veel te makkelijk is, krijgen te weinig aandacht in de klas. Dat zeggen deskundigen. Daardoor raken die kinderen vaak zo verveeld dat ze ertegen opzien om naar school te gaan en minder goed gaan presteren. Dat meldt RTL Nieuws.
Kinderen met een hoger IQ dan gemiddeld hoeven in de les niet steeds op te letten. Ze zijn ook niet gemotiveerd, omdat de stof voor hen te eenvoudig is. Daardoor leren zij niet om zich ergens volledig voor in te zetten om hoge cijfers te halen. Een zes of zeven is vaak voldoende. Op die manier valt het vaak niet op dat iemand hoogbegaafd is.
Volgens Evelyn Kroesbergen, hoofddocent orthopedagogiek aan de Universiteit Utrecht, worden slimme kinderen niet gelukkig als ze te weinig of niet de goede begeleiding krijgen. Kroesbergen schat in dat er ongeveer 44.000 leerlingen zijn die een hoger IQ hebben dan 130. Hoe groot deze groep kinderen daadwerkelijk is, is niet bekend.
Kroesbergen stelt dat slimme kinderen niet alleen doorzettingsvermogen missen, ook hun sociale en emotionele ontwikkeling kan op achterstand raken als zij op school niet de juiste aandacht krijgen. Margéke Hoogenkamp, bestuurder bij onderwijsadviesbureau CED-Groep, benadrukt dat vooral die sociaal-emotionele ontwikkeling belangrijk is voor deze kinderen. Op dat gebied is het namelijk lang niet altijd zo dat zij een voorsprong hebben ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Volgens haar gaat het om de totale ontwikkeling van een kind, zodat zij later zowel cognitief als sociaal en emotioneel goed ontwikkeld zijn.
Voor hoogbegaafde kinderen is het van belang dat ze iets anders te doen hebben met veel uitdaging als ze hun werk in de klas af hebben. Juist daar valt er voor basisscholen nog veel winst te halen. Dat zegt Charlotte Hoyng van Mensa, een vereniging voor mensen met een hoog IQ.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids