Leerlingen met gedragsproblemen, die vanuit het regulier onderwijs naar het speciaal onderwijs zijn overgestapt, blijken niet zoveel te verschillen van leerlingen die met extra ondersteuning in het regulier onderwijs blijven. Dat concludeert promovenda Inge Zweers van de Universiteit Utrecht. De verwijzing naar het speciaal onderwijs lijkt minder af te hangen van de heftigheid van de problemen dan van de leraar. Dit meldt Lecso.
Zweers deed verrassende ontdekkingen tijdens haar onderzoek. De problemen bij de groep leerlingen uit haar onderzoek die naar het speciaal onderzoek overstapten bleken niet zwaarder dan bij de leerlingen die op een reguliere school bleven. In de verwijzing bleek vooral de docent een rol te spelen. Daarbij viel het op dat juist docenten die zich goed in staat voelden om met leerlingen met gedragsproblemen om te gaan vaker doorverwijzen dan collega's die zich daar minder zeker over voelen.
Uit het onderzoek van Zweers blijkt ook dat leerlingen met gedragsproblemen in het speciaal onderwijs beter presteren dan in het regulier onderwijs. Hoe dat komt heeft ze niet onderzocht maar het lijkt voor de hand te liggen dat dit komt doordat leerlingen in het speciaal onderwijs intensievere begeleiding krijgen.
Door het onderzoek van Zweer lijkt het erop dat "onverstandig is om zoveel mogelijk kinderen binnen boord te houden in het reguliere onderwijs". Of dit echt zo is, moet nader onderzoek uitwijzen maar Zweers hoopt dat mensen in ieder geval inzien hoe bepalend de rol van de leraar is in de schoolcarrière van kinderen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids