Regeerprogramma: dit staat er op de planning voor het onderwijs

Het kabinet-Schoof heeft  het hoofdlijnenakkoord uitgewerkt in een regeerprogramma. In het regeerprogramma staan de plannen voor de aankomende kabinetsperiode. Wat heeft het kabinet voor het onderwijs in petto? Wij zetten het voor je op een rijtje.

Allereerst werkt het kabinet aan een Herstelplan kwaliteit onderwijs om de kwaliteit te verbeteren. Ze focussen zich op het lezen, schrijven en rekenen. Leerlingen moeten beter voorbereid zijn op de toekomst en op de arbeidsmarkt. Daarom wil het kabinet extra aandacht geven aan burgerschap en digitale geletterdheid.

Van leraren wordt er verwacht dat ze gaan werken met onderwijsmethodes die bewezen effectief zijn en ook nog eens politiek neutraal zijn. In zowel het basis- als voortgezet onderwijs zet het kabinet in op neutrale en leeftijdsadequate doelen als het gaat om relationele- en seksuele vorming.

Middelbare scholieren die gaan studeren moeten vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen op een voldoende niveau beheersen. Is dat niet aan de orde, dan moet het vervolgonderwijs deze vaardigheden bijbrengen. Alleen zo kan het kabinet studie-uitval en vertraging voorkomen. Mbo-studenten krijgen daarom bijlessen. Hogescholen en universiteiten moeten verengelsing van het onderwijs zoveel mogelijk voorkomen en het Nederlands centraal stellen.

Burgerschapsonderwijs moet leerlingen weerbaarder maken en ze voorbereiden op deelname aan een maatschappij waar iedereen zichzelf mag zijn. Het burgerschapsonderwijs richt zich op vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. De vrijheid van onderwijs zorgt daarbij voor bepaalde verantwoordelijkheden en moet ervoor zorgen dat leerlingen zich veilig voelen op school.

Binnen het onderwijs moeten alle kinderen een goede start maken. Voor- en vroegschoolse educatie zorgt voor minder achterstanden. Het kabinet gaat zich daarvoor inzetten.

Leraren

Het kabinet wil het lerarentekort aanpakken door in te zetten op zijinstromers. Ook wil het kabinet dat er meer mensen een lerarenopleiding gaan volgen of dat leraren meer uren gaan werken. Voor de klas moeten er vervolgens meer mannen komen te staan. Daarom wil het kabinet de pabo aantrekkelijker maken met nieuwe opleiding voor het jonge en oudere kind.

Met het Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid wil het kabinet meer vaste contracten creëren en juist de externe inhuur van leraren stopzetten. Het beroep van leraar/ het lerarenberoep moet weer aantrekkelijk worden.

Leerlingen, ouders, leraren en schoolleiders krijgen de vraag voorgelegd wat hen in de weg staat omtrent regeldruk en administratieve lasten.

Veilig leerklimaat

Het mentale welzijn van leerlingen en studenten is erg belangrijk. Met het Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs komt er een meldplicht voor ernstige incidenten en in het funderend onderwijs een verplichte aanstelling voor een vertrouwenspersoon. Voor alle leerlingen en studenten geldt vanaf 2025 de bestaande meldplicht voor zedenmisdrijven. Mbo’s, hogescholen en universiteiten krijgen ook een zorgplicht voor sociale veiligheid.

Leerlingen die extra ondersteuning of meer uitdaging nodig hebben, worden ook niet vergeten door het kabinet. Het kabinet wil het passend onderwijs verbeteren. Leerlingen krijgen op een reguliere school de beste ondersteuning die er is en het speciaal onderwijs wordt grondig aangepakt. Onderwijs en jeugdzorg gaan beter met elkaar samenwerken en zorgen daarbij voor maatwerk.

Onderwijssucces

Het kabinet wil als één overheid kinderarmoede tegengaan door zorg, onderwijs, leefomgeving en veiligheid gezamenlijk aan te pakken. De gratis schoolmaaltijden vinden daarom ook doorgang. De school moet een vertrouwde plek zijn voor leerlingen en hun ouders.

Het programma School en Omgeving moet ervoor zorgen dat leerlingen die het nodig hebben extra leer- en ontwikkeltijd krijgen. Scholen met de hoogste onderwijsachterstanden krijgen prioriteit op deze vernieuwde subsidieregeling.

Het kabinet gaat de samenwerking tussen bibliotheken, kinderopvang, onderwijs, gemeenten en maatschappelijke organisaties versterken. Het doel is een doorlopende leeslijn van nul tot honderd jaar.

Funderend onderwijs

Leraren, schoolleiders en bestuurders biedt het kabinet duidelijkheid over langetermijndoelen, consistente sturing en structurele financiering. De regeldruk voor leraren en scholen wordt hiermee minder.

Binnen het funderend onderwijs gaat het kabinet de kleinescholentoeslag veranderen naar een dunbevolktheidstoeslag.

Onderwijs en onderzoek

Het praktijkgericht onderwijs wordt door het kabinet versterkt. Dat willen ze doen door de praktijkgerichte havo structureel de verankeren. Scholen en docenten worden gevraagd wat ze nodig hebben om praktijkgerichter te werken. Het kabinet maakt het vmbo-curriculum actueler en  de opleiding zo toekomstbestendig.

Studenten, werknemers, werkgevers en onderwijsinstellingen in het mbo sluiten in de zomer van 2025 met het kabinet een pact om studenten gerichter op te leiden voor strategische tekortsectoren. Daarbij moet men denken aan de sectoren zorg, techniek en onderwijs. Dit pact is een aanvulling op het stagepact mbo en op de werkagenda mbo.

Het kabinet wil ervoor zorgen dat cruciale opleidingen die relevant zijn voor de arbeidsmarkt niet verloren gaan. Studenten worden door het kabinet geholpen om de juiste studie te kiezen en daarmee uitval te voorkomen. Binnen het hoger onderwijs hoort dan ook het tegengaan van de opwaartse druk en het stimuleren van een keuze voor het hbo. Het bindend studieadvies voor het hbo en wo wordt niet versoepeld en ook selectie aan de poort blijft. Universiteiten moeten meer gaan samenwerken op nationaal en internationaal gebied.

Om- en bijscholing

Om- en bijscholing via ‘leven lang ontwikkelen’ (LLO)  is belangrijk om mensen weerbaar en wendbaar te maken voor de arbeidsmarkt. Mensen kunnen zich blijven ontwikkelen tijdens hun werkzame leven. Een LLO-onderwijsagenda staat op de planning van het kabinet.

De ontwikkeling van het LLO-opleidingsaanbod wordt gestimuleerd door het kabinet en ook proberen ze deelname aan het LLO te verlagen. Het kabinet wil mensen op de arbeidsmarkt te helpen om de juiste keuze te maken voor een (vervolg)opleiding. Dit wil het kabinet bereiken door inzichtelijk te maken welke vaardigheden iemand nodig heeft voor een bepaalde baan en wat de toegevoegde waarde is van het volgen van opleidingen. Daarnaast wil het kabinet laten zien hoe bepaalde vaardigheden op de werkvloer kunnen worden opgedaan zodat deze omgezet worden in diploma’s en certificaten.

Internationale studenten

Op hogescholen en universiteiten wordt de verengelsing teruggedrongen. Een zorgopleiding kan daarbuiten vallen omdat er een tekort aan personeel is. De Wet internationalisering in balans wordt door het kabinet doorgezet. Het is de bedoeling dat op universiteiten en hogescholen de Nederlandse taal wordt behouden. Internationale studenten die naar Nederland komen om te studeren, blijven zo binnen de perken. Onderwijsinstellingen kunnen met een numerus fixus beter sturen op de studentenstromen en tussen EER- en niet-EER-studenten.

Vervolgonderwijs

Het kabinet wil ervoor zorgen dat er een sterk, toegankelijk en toekomstbestendig aanbod van opleidingen blijft. Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten werken samen met het kabinet aan een stabiele bekostiging. Als het aantal studenten daalt, kan er alsnog goed onderwijs worden gegeven.

Het kabinet wil voor meer rust in de financiering zorgen door per 1 januari 2025 kwaliteitsmiddelen aan het hbo en het wo toe te voegen.

Studenten die studeerden onder het sociaal leenstel, de zogenoemde pechgeneratie, krijgt een extra tegemoetkoming van het kabinet. Vanaf 2027 komt daar 1,7 miljoen euro beschikbaar voor. Dat geld komt boven op de eenmalige tegemoetkoming van maximaal 1.580 euro die elke student vanaf 2025 ontvangt zodra ze hun diploma behalen en bovenop de tegemoetkoming van 2020 die de studievoorschotvoucher vervangt. Dit geldt voor studenten die tussen studiejaar 2015/16 en 2018/19 zijn begonnen met een studie.

Bezuinigingen

De subsidie voor de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) wordt afgeschaft. Het programma MDT is in samenwerking met jongeren, andere ministeries, scholen, maatschappelijke organisaties, gemeenten en het bedrijfsleven tot stand gekomen.

De regeling Brede Brugklassen gaat vo-scholen simuleren om brugklassen in te richten met leerlingen met verschillende basisschooladviezen. Deze leerlingen zitten allemaal bij elkaar in de klas. Per 2025 wordt deze subsidieregeling stopgezet. Het programma School en Omgeving wordt met 155 miljoen euro gekort vanaf 2026.

Het kabinet zet de investeringen in de sectorplannen voort. De sectorplannen zijn namelijk effectief om door middel van profilering en efficiëntere samenwerking de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek hoog te houden. Aan de startersbeurzen komt wel een einde. En de financiering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) wordt per 2030 verlaagd.

Het aantal internationale studenten moet drastisch omlaag. Dat moet met een besparing van 293 miljoen euro, maar ook door de Wet internationalisering in balans. Met deze wet wordt de Nederlandse taal op hogescholen en universiteiten versterkt. Instellingen krijgen de mogelijkheid om een capaciteitsfixus op trajectniveau in te stellen. Voor niet-EER-studenten is een noodfixus mogelijk.

De langstudeermaatregel wordt samen met universiteiten, hogescholen en studenten uitgewerkt. Het kabinet kijkt daarbij naar de uitvoering en naar manieren voor onderwijsinstellingen en studenten om langstuderen tegen te gaan.

Het kabinet gaat bezuinigen op het Fonds Onderzoek en Wetenschap door minder te investeren in nieuwe grootschalige wetenschappelijke infrastructuur. De financiering van het Regieorgaan Open Sience NL en van het NWO wordt verlaagd.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk
Bron: Rijksoverheid