In het schooljaar 2020/2021 hebben de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs 1296 meldingen ontvangen over het onderwijs. Dit is een lager aantal dan eerdere jaren. Doordat in dit jaar de scholen voor langere periode gesloten waren wegens corona, is een kwantitatieve vergelijking met voorgaande jaren niet goed mogelijk. Dit meldt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
543 meldingen gingen over psychisch geweld, 379 over fysiek geweld, 171 over seksuele intimidatie en 91 meldingen over seksueel misbruik. Het aantal meldingen over discriminatie en radicalisering is respectievelijk 63 en 11 meldingen. Ook zijn er 33 meldingen binnengekomen die geen directe relatie met de aandachtgebieden van de vertrouwensinspectie hebben.
Seksueel geweld door leraren
De inspectie vindt het zorgelijk dat een steeds groter deel van de meldingen seksueel misbruik gaan over met taken belaste personen (leraren, ondersteunend personeel et cetera) richting minderjarige leerlingen en studenten. In 74 procent van het aantal meldingen seksueel misbruik (67 van de 91 meldingen) is de betrokkene een met taken belast persoon. In 2019/2020 betrof dit 68 procent van het aantal meldingen (63 van de 92 meldingen) en in 2018/2019 was dit de helft van het aantal meldingen (65 van de 130 meldingen).
In de categorie seksuele intimidatie is in 53 procent van het aantal meldingen (93 van de 176 meldingen) de beklaagde een met taken belast persoon, zoals een leerkracht of een lid van het niet-onderwijzend personeel. In schooljaar 2019/2020 was dit 63 procent en in 2018/2019 was dit 54 procent.
Fysiek geweld en discriminatie
Het hoge aantal meldingen fysiek geweld en discriminatie, door leerlingen onder de 13 jaar uit het primair onderwijs valt (in negatieve zin) op. In 68 procent van de meldingen gaat het om deze leeftijdscategorie. Deze ontwikkeling was vorig schooljaar ook te zien.
Vertrouwensinspecteur
Als een bestuur een mogelijk vermoeden heeft van een seksueel misbruik door een met taken belaste persoon jegens een minderjarige leerling of student, moet het contact opnemen met de vertrouwensinspecteur. Als er uit het overleg blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden, draagt de vertrouwensinspecteur het bestuur op aangifte te doen. De inspectie zal deze regels de komende tijd extra onder de aandacht brengen. In het toezicht agenderen we de naleving op de meld-, overleg- en aangifteplicht en wordt dit punt zo nodig meegenomen tijdens bestuursgesprekken.
De vertrouwensinspecteur luistert en informeert. Zo nodig adviseert de vertrouwensinspecteur ook, bijvoorbeeld over een traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte.
Door: Nationale Onderwijsgids