Nederlandse scholen scoren een dikke onvoldoende van de Onderwijsinspectie

Zo’n 20 procent van de onderzochte Nederlandse scholen heeft van de Onderwijsinspectie vorig jaar een slecht cijfer gekregen. De nieuwste Staat van het Onderwijs laat dit zien. De basisvaardigheden onder leerlingen en studenten zijn nog steeds ondermaats. Dat meldt De Limburger.

Leerlingen en studenten zijn nog steeds erg slecht in taal, rekenen en burgerschap. Deze vakken zijn wel nodig in de maatschappij. Ruim 200 scholen kregen te maken met een steekproef.

Rekenniveau 

In het basisonderwijs haalt meer dan de helft van de leerlingen niet niveau 2F bij rekenen. In het tweede jaar van het vmbo wordt het essentiële niveau (1F) op rekenen en wiskunde vaak niet gehaald. En dat terwijl het de bedoeling is dat leerlingen in groep acht van de basisschool op dat niveau moeten kunnen rekenen.

Verbeteropdracht 

Van de onderzochte basis- en middelbare scholen kreeg de helft een verbeteropdracht van de Onderwijsinspectie. 45 procent van de onderzochte middelbare scholen kreeg een verbeteropdracht voor taal. 30 procent voor rekenen en/of wiskunde. Zo’n 20 procent van de basisscholen kreeg een herstelopdracht voor Nederlands. Een grote groep leerlingen krijgt op school lessen die eigenlijk niet goed genoeg zijn wat betreft de onderwijskwaliteit, zo stelt inspecteur-generaal Ria Westendorp.

De onderwijsinspectie deed voor het eerst zo’n onderzoek met een aselecte steekproef. Scholen met een hoog risico waren eigenlijk altijd al in beeld bij de Onderwijsinspectie. In 2023 kreeg 20 procent van de scholen die onderzocht waren een onvoldoende.

Leren van scholen waar wel alles op orde is 

Scholen en opleidingen waarvan de kwaliteit en de basisvaardigheden ondermaats zijn zouden moeten kijken naar scholen waar alles wel op orde is. De ene school zorgt er wel voor dat bijna alle leerlingen rekenen en taal beheersen op het juiste niveau, terwijl de andere school dat gewoonweg niet lukt, ziet Westendorp.

Scholen moeten kritischer zijn naar wat ze leerlingen aanbieden op het gebied van taal, rekenen en burgerschap. Leerlingen moeten blijven oefenen met schrijven en met de mondelinge taalvaardigheid, stelt Westendorp. Het rekenonderwijs mag volgens haar ook veel breder. Daarbij denkt Westendorp aan het toevoegen van wiskunde bij bijvoorbeeld handvaardigheid en economie.

Directeur van het Nederlands Mathematisch Instituut, Sezgin Cihangir, vindt de resultaten zorgwekkend. Zijn instituut ontwikkelt lesmethodes voor rekenen en taal voor scholen en particulieren. Het onderwijs in Nederland gaat er in het geheel op achteruit, zo ziet hij.

Overbrengen van kennis 

Scholen moeten volgens Cihangir terug naar waar het allemaal begon, het overbrengen van kennis op leerlingen. Vakken zoals biologie, aardrijkskunde en geschiedenis laat men een beetje links liggen. “Leerlingen laat je tijdens deze vakken juist veel lezen. Leerlingen leren veel van teksten die gaan over de Middeleeuwen en daarmee neemt hun taalvaardigheid alleen maar toe”, aldus Cihangir.

De Onderwijsinspectie ziet ook een verband tussen de resultaten in groep 8 en de daaropvolgende eindexamencijfers. Als een leerling uit groep 8 niet op het niveau zit dat zou moeten, dan is het binnen het voortgezet onderwijs onmogelijk om dat niveau nog te behalen.

Niveau van de brugklas 

Middelbare scholen gaan er volgens Westendorp te makkelijk vanuit dat leerlingen die naar de brugklas gaan dat niveau al hebben. Daarom moeten scholen gaan kijken wat de leerlingen daadwerkelijk aankunnen. Jaarlijks verlaten er zo’n 15.000 leerlingen de middelbare school met een slechte score op taal en rekenen. Scholen moeten daarom duidelijke doelen stellen over welk niveau leerlingen nu precies moeten halen voordat ze van school gaan.

Kansenongelijkheid groeit 

Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf ziet de kansenongelijkheid onder leerlingen en studenten groeien. Minister Paul hamert erop dat het anders moet. “Wat we van scholen verwachten moet voor hen veel duidelijker zijn.”  Schoolleiders en leren moeten meer regie krijgen van Paul.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk