Scholen moeten het aantal tijdelijke contracten verder terugdringen. Dit schrijft staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs in een brief aan de Tweede Kamer. Schoolbesturen van zowel primair en voortgezet onderwijs hebben de afgelopen vijf jaar minder vaste contracten of tijdelijke contracten met uitzicht op een vaste baan gegeven. Reden hiervoor zijn de financiën, maar ook om de arbeidsrechtelijke risico's te beperken. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond.
Het ministerie liet een onderzoek uitvoeren naar de omvang van het aantal flexwerkers in het onderwijs en de gevolgen. Hieruit blijkt dat er in het primair onderwijs en voorgezet onderwijs ruim 290 duizend mensen werken. Ongeveer 90 procent van de werknemers heeft al een vast contract.
De Wet werk en zekerheid (Wwz) wordt in de brief van Dekker aangehaald. “Het beoogde doel was om een betere balans tussen vaste en flexibele contracten te krijgen. De cao-partners moeten nu kijken welke cao-afspraken aan de Wwz moeten worden aangepast. De balans tussen vaste en flexibele contracten wordt daarmee evenwichtiger”, aldus de staatssecretaris.
Dekker geeft de volgende oplossingen om nog steeds voor vervanging van docenten te zorgen: een goede samenwerking tussen scholen, het opzetten van vervangingspools of docenten aanstellen die iets meer uren krijgen dan nodig is voor de functie. Zij kunnen de extra uren inzetten voor vervanging.
© Nationale Onderwijsgids