DEN HAAG - In een antwoord op de Kamervragen over de stijging van het aantal faillissementen in de kinderopvang van Linda Voortman (GroenLinks), geeft vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) aan dat de bezuinigingen hier volgens hem maar deels mee te maken hebben. Ook stelt hij dat de bezuinigingen nauwelijks invloed hebben op de arbeidsparticipatie van ouders.
Asscher noemt naast de bezuinigingen ook de algehele invloed van de economische crisis als oorzaak van de toename van het aantal failliete kinderopvanginstanties in 2012. Daarnaast stelt hij dat de groei van het aantal vestigingen in de dagopvang en buitenschoolse opvang in 2012 heeft geleid tot grotere concurrentie in de sector. Een onderzoek naar de redenen van de stijging van het aantal faillissementen waar Voortman om vroeg, vindt Asscher dan ook niet nodig.
Dat de arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen niet mag lijden onder de bezuinigingen in de kinderopvang is volgens de vicepremier niet te voorkomen. Wel stelt hij dat de arbeidsparticipatie van deze groep behoorlijk stabiel is. De bezuinigingen in de kinderopvang in 2012 en 2013 gaan namelijk gepaard met een daling van de arbeidsparticipatie van slechts 0,1 procent. Asscher zegt daarom niet te denken dat ouders niet meer kunnen gaan of blijven werken door de bezuinigingen.
© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem
