(Novum) - Alle peuters in Rotterdam kunnen vanaf hun tweede levensjaar naar school. Tot hun vierde jaar worden ze dan spelenderwijs klaargestoomd voor de basisschool. Op die manier moeten kinderen beter aansluiting vinden in het basisonderwijs en wil onderwijswethouder Hugo de Jonge achterstanden in het onderwijs voorkomen.
Dat staat in het nieuwe onderwijsbeleidsplan van de gemeente Rotterdam. De peuters van zowel werkende als niet-werkende ouders hebben recht op minimaal twee dagdelen onderwijs, ofwel acht uur. Kinderen die het risico lopen op achterstand in bijvoorbeeld taal en rekenen, hebben recht op 10 tot 12,5 uur per week voorschoolse opvang.
Rotterdam kent nu nog een waaier aan voorzieningen voor peuters, zoals het peuterspeelwerk, kinderopvang en groepen nul. Die worden nu allemaal samengebracht onder de naam voorschoolse opvang en vallen dan onder de verantwoordelijkheid van een basisschool. De vaardigheden van het kind worden vastgelegd in een zogeheten kindvolgsysteem dat aansluit op het systeem van de basisschool.
De onderwijswethouder stelde bij de presentatie dat ieder kind recht heeft zich te ontwikkelen: "Vanuit die gedachte hebben wij dit ontwikkeld." De groepen nul bevinden zich nog niet allemaal in de gebouwen van de basisscholen. Op termijn kunnen die twee wel worden samengevoegd, maar daar moet nog financiering voor worden gevonden.