Kinderen die kleiner geboren worden dan verwacht, blijken op achtjarige leeftijd meer moeite te hebben om zich te concentreren op schooltaken dan klasgenoten die met een normaal gewicht geboren zijn. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Jozien Tanis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tanis benadrukt dat het van belang is dat ouders en scholen goed geïnformeerd worden over deze gevolgen van foetale groeirestrictie (FGR). Dat meldt Vakblad Vroeg.
Van FGR is sprake als het geschatte gewicht van het ongeboren kind bij de kleinste 10 procent van de populatie hoort. De promovenda onderzocht de mogelijke gevolgen van FGR van voor de geboorte tot en met de schoolleeftijd. Tanis keek naar de betrouwbaarheid van zowel verschillende soorten echometingen van de hartfunctie in de ongeboren kinderen als hoe de kinderen eraan toe zullen zijn in de eerste dagen en maanden na de geboorte. Ook bekeek de promovenda de motoriek en neurologische ontwikkelingen.
Om te kijken of de FGR daadwerkelijk van invloed is op de kinderen, bracht Tanis de mogelijke verschillen tussen achtjarige kinderen met FGR en de controlegroep met kinderen met een normaal geboortegewicht in beeld. Kinderen met FGR blijken bijna vergelijkbare testscores te halen als de controlegroep. Wel was er verschil te zien in de aandacht en – alleen in de groep van te vroeg geboren kinderen – ook in het performale (niet-verbale) IQ. Deze kleine verschillen kunnen van invloed zijn op de schoolprestaties van de kinderen. Daarom vindt de promovenda het belangrijk dat de ouders en de school goed geïnformeerd worden over de gevolgen van FGR.
© Nationale Onderwijsgids