Vooral jonge asielzoekers lopen meer gevaar in het zwembad. Zij komen uit een cultuur waar zwemles niet met de paplepel wordt ingegoten zoals in Nederland. Zo overleed vorige week nog een zestienjarige Syrische jongen in een zwembad in Venlo. Hij zou al verschillende keren gewaarschuwd zijn om niet in het diepe bad te gaan omdat hij niet zou kunnen zwemmen. 

 

Om dergelijke incidenten te voorkomen, nemen steeds meer zwembaden intensieve maatregelen. Zo wordt bij de kassa al gevraagd of jongeren hun zwemdiploma hebben. Ook moeten zij hun identiteitsbewijs laten zien. Als blijkt dat de jongeren de zwemkunst onvoldoende meester lijken te zijn, moeten ze een zwemtest doen. Veel zwembaden schakelen extra personeel om toe te zien op deze aangescherpte regels.

 

Volgens woordvoerder Marjolein van Tiggelen van het Nationaal Platform Zwembaden moet een zwembad wettelijk gezien voldoende toezicht bieden. Hoe dit in de praktijk wordt uitgevoerd, is aan het zwembad zelf. “Dat betekent dat als zwembaden, zoals nu, meer mensen ontvangen uit landen zonder zwemlescultuur, ze zich daarop moeten aanpassen”, aldus Van Tiggelen. Discriminatie kan ze het niet noemen, het gaat om de veiligheid. “Kun je zwemmen, ja of nee?”

 

De Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) pleit naar aanleiding van het incident in Venlo voor zwemles en betere informatievoorziening over zwemmen voor asielzoekers. Ook wordt de roep om het schoolzwemmen op basisscholen weer landelijk in te voeren steeds luider.