Op woensdag 7 maart geeft Wim Daniëls een lezing in het Nationaal Onderwijsmuseum over De lagere school. “Een heerlijk boek, dat je terugvoert naar een tijd waarin alles nog overzichtelijk leek, met taal en rekenen als de belangrijkste schoolvakken en met gedrag, vlijt en netheid als een heilige drie-eenheid op het rapport.”
De lagere school van vroeger was een totaal andere school dan de basisschool van nu. Uiteraard zonder alle moderniteiten zoals de computer, het digibord en het leerlingvolgsysteem. En ook zonder tienminutengesprekken, plusklassen, remedial teaching en voortdurend en uitvoerig toetsen. De leerlingen van toen hadden te maken met een onderwijzer(es) die een gezag en een autonomie had die voor kinderen en ouders vanzelfsprekend waren.
Schoolsparen, schoolmelk en handwerkles voor meisjes
Aan de lagere school van vroeger kleeft ook het beeld van de schooltandarts, die eens per jaar met de gevreesde bus kwam voorrijden, het schoolsparen, schoolmelk, de kroontjespen, het inzamelen van zilverpapier, de ouderwetse schoolreisjes naar de speeltuin, de handwerklessen (alleen voor meisjes!) en nog veel meer.
Het komt allemaal aan bod in het rijk geïllustreerde De lagere school, geschreven door Wim Daniëls, die zelf in de jaren zestig op zo’n lagere school zat. Hij schetst in zijn boek het wel en wee van de lagere school in de twintigste eeuw, met de nadruk op de periode vanaf 1930.
Kijk voor aanmelden en tickets op: http://www.onderwijsmuseum.nl/activiteit/lezing-de-lagere-school.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids