Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onderzoek laten doen naar de omvang en functie van stage na de opleiding. Een focusgroep werkervaringsplaatsen van het Netwerk Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) heeft meegewerkt aan het onderzoek. De bevindingen uit het onderzoek zijn nu bekend gemaakt. Dit meldt het NIP.
Na het afronden van een opleiding volgen sommige mensen een stage om relevante werkervaring op te doen. Daarom spreekt men ook wel van werkervaringsplekken. Op deze manier werkervaring opdoen is niet in elke branche even gebruikelijk. In de sectoren waar het wel vaker voorkomt blijkt het vaak nuttige opstap om aan het werk te gaan in die branche.
Wel signaleren de onderzoekers dat vaak slechts een dunne scheidslijn bestaat tussen een echte stage en regulier werk. Bij een stage moet de focus liggen op leren en komen werkzaamheden op de tweede plaats. Uit het onderzoek blijkt dat stagiairs in ruim de helft van de gevallen toch feitelijke werkzaamheden waarvoor zij niet de bijbehorende beloning ontvangen. Dergelijk stagemisbruik leidt tot verdringing van van betaald werk. Veel stagiairs hebben ook gevoel dat ze een werkplek innemen die door een betaalde werknemer zou moeten worden ingevuld.
Stagiairs kunnen zelf wat doen om ervoor te zorgen dat hun stage op een passende manier wordt ingevuld, stellen de onderzoekers, door het gesprek hierover aan te gaan met de werkgever. Uit het onderzoek blijkt dat slechts in 5 procent van de gevallen een gesprek met de leidinggevende niets oplevert. In de meeste gevallen leidt een gesprek tot aanpassing van de stage en verbetering van de begeleiding of zelfs tot omzetting van de stage in een betaalde baan.
Meer informatie over het onderzoek op www.psynip.nl of download het rapport Stages na afstuderen
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids