Het openbaar onderwijs in Rotterdam heeft grote financiële problemen. Hierdoor moeten de docenten van dertien middelbare scholen zestien procent meer lesgeven voor hetzelfde salaris. Dit staat in de uitgelekte bezuinigingsplannen van de Wolfert van Borselen Scholengroep in Rotterdam, onderdeel van scholenkoepel BOOR waar 82 scholen in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs onder vallen. Dit meldt NRC.
Financieel bestuurder Didier Dohmen van de scholenkoepel heeft de bezuinigingsplannen bevestigd. De directie zou de begroting niet langer sluitend krijgen. Het onderhoud aan de gebouwen is al stopgezet, de klassen zijn vergroot en het aantal lesuren is teruggebracht tot het wettelijk minimum. Verder zou de directie al achterstandsmiddelen hebben ingezet voor de reguliere bedrijfsvoering en subsidies (drie)dubbel aangevraagd hebben en gebruikt voor exploitatie. Nu zouden er structurele maatregelen moeten komen.
Scholenkoepel BOOR wil dat alle middelbare scholen die onder hun vallen de zogenoemde opslagfactor van 1,74 terugbrengen naar 1,5. Dit houdt in dat docenten minder tijd krijgen om hun lessen voor te bereiden, toetsen te maken en na te kijken. De tijd die dan nog overblijft moet worden besteedt aan meer les en leerlingbegeleiding. Docenten met een fulltime aanstelling moeten 3,5 uur per week meer les geven.
De gemeente Rotterdam heeft de scholenkoepel eind vorig jaar financieel gered. Rotterdam betaalde toen 3,2 miljoen euro aan subsidies vervroegd uit, zodat BOOR genoeg geld in de kas had om de salarissen en eindejaarsuitkering van de docenten en medewerkers te betalen. De liquiditeitsproblemen van de scholenkoepel zouden komen door een slecht functionerende financiële administratie en problemen met het personeelsbeleid. Ook heeft een fraudezaak hieraan bijgedragen.
© Nationale Onderwijsgids
