Op donderdag 1 november 2018 van 18.00 tot 21.00 uur vergadert de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat over de elektrische bolderkar Stint. Namens het kabinet is minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat aanwezig. Dit meldt de Tweede Kamer.
NOG
Tweede Kamer debatteert donderdag over de stint
-Op 20 september vindt op een spoorwegovergang bij station Oss West een zeer ernstig ongeval plaats met een Stint. Vier kinderen verliezen daarbij het leven, en een vijfde kind en de begeleidster raken ernstig gewond. Direct na het ongeval starten NS, ProRail, de politie, de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een gecoördineerd onderzoek naar de feiten van het ongeval. Daarnaast onderzoekt de ILT onder meer de wisselwerking tussen de overweginstallatie en de Stint.
De Stint is in november 2011 toegelaten tot de openbare weg. De Stichting wetenschappelijk onderzoek verkeersveiligheid (SWOV) en de Dienst Wegverkeer (RDW) hebben wel kritiek, omdat Stints breder zijn dan de toelatingseisen. Bovendien is de vraag of personen van zestien jaar of ouder zonder enige rijopleiding op een veilige manier tien personen (kinderen) kunnen vervoeren. Daarop biedt de producent alle kopers van een Stint een gratis rijopleiding aan, samen met Veilig Verkeer Nederland (VVN).
Op 1 oktober dit jaar besluit de minister de toelating van de Stint voor onbepaalde tijd in te trekken. Uit het eerste onderzoek door de ILT blijkt dat er veiligheidsrisico’s zijn vanwege de technische constructie van de Stint, waardoor deze stil kan vallen of juist niet meer remt. Ook zijn door de fabrikant technische wijzigingen doorgevoerd zonder dat daarvoor opnieuw goedkeuring is gevraagd aan het ministerie.
Er komen in Nederland steeds meer licht gemotoriseerde voertuigen bij (Segways, Stints, elektrische fietsen, scootmobiels e.d.). Naar aanleiding van het ongeval in Oss heeft de minister de SWOV en de RDW gevraagd snel advies te geven of de bestaande regels voor toelating en veilig gebruik van die voertuigen aangepast moeten worden.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids