Het is voor veel pedagogisch medewerkers niet duidelijk wat ze moeten doen als ze vermoedens hebben van seksueel misbruik of mishandeling door een collega. De Onderwijsinspectie maakt zich hier zorgen over. Dit meldt NOS.
De Inspectie van het Onderwijs ontving in 2021 97 meldingen over vermoedens van kindermishandeling of seksueel misbruik op de kinderopvang. Net iets minder dan de helft overlegde dit met een vertrouwensinspecteur, terwijl dat wel moet. Volgens de inspectie is daarom meer bekendheid nodig rondom de meld-, overleg- en aangifteplicht (moa) in de kinderopvang. “Als er te weinig kennis is over de procedures en de wettelijke directe overlegplicht, kan het voorkomen dat er te laat, of niet, wordt gemeld.” Soms wist de inspectie pas van seksueel misbruik of mishandeling als er een rechtszaak over diende.
Meer kennis onder grotere aanbieders kinderopvang
Vooral stagiaires en vrijwilligers zijn niet op de hoogte van de meldplicht. Maar ook de kennis van pedagogisch medewerkers op dit vlak is matig. Grotere aanbieders van kinderopvang weten vaak beter de moa onder de aandacht te brengen dan de kleinere. Ook onder gastouders is de kennis hierover laag.
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky
