In het mbo volgen ruim 450.000 deelnemers een opleiding. Bijna 80 procent van de deelnemers neemt deel aan bol. Het aantal bbl-deelnemers is flink gedaald. Het mbo kent over het algemeen meer mannelijke dan vrouwelijke deelnemers. Daarbij is het grootste deel van de leerlingen autochtoon. De meeste instromers in het mbo zijn afkomstig uit andersoortig onderwijs. Onder de instromers heeft 65 procent een diploma van het voortgezet onderwijs. Internationalisering binnen het middelbaar beroepsonderwijs vindt onder andere plaats door middel van het Leonardo da Vinciprogramma, als onderdeel van het Europese subsidieprogramma Erasmus+. Sinds 2009 is het aantal deelnemende leerlingen in 2013 bijna verdubbeld.

In het hbo volgen ongeveer 445.000 studenten een opleiding. Het aantal ingeschreven studenten is in 2014 gestegen ten opzichte van 2013. In 2014 volgen ongeveer 10.000 meer vrouwen dan mannen een hbo-opleiding. De verwachte verblijfsduur in het hbo is tot en met 2013 gestegen. In 2014 is deze voor het eerst gedaald. Het verwachte slagingspercentage daalt al een aantal jaar. Gemiddeld besteden studenten in 2014 30 tot 42 uur per week aan hun opleiding. Hiervan wordt veel tijd besteed aan zelfstudie, met name door Taal- en cultuurstudenten.

Er staan ruim 250.000 studenten ingeschreven aan Nederlandse universiteiten. Er zijn iets meer vrouwen dan mannen ingeschreven aan de universiteit. Veruit de meeste studenten stromen rechtstreeks vanuit het vwo in. Ook stroomt een aanzienlijk deel in met een buitenlands diploma. Gemiddeld verblijven studenten 5,2 jaar in het wetenschappelijk onderwijs. Circa driekwart van de studenten verlaat de universiteit met een diploma. Gemiddeld besteden studenten 30 tot 42 uur aan hun studie.

© Nationale Onderwijsgids