De pre-pabo, een doorstroomklas, moet ervoor zorgen dat de aanwas van studenten op de pabo voldoende blijft. De laatste jaren is namelijk sprake van een afname vanwege strenge toelatingseisen voor mbo’ers. Daardoor is de overgang naar de pabo (hbo) voor hen vaak te groot. In de doorstroomklas worden mbo’ers in vijf maanden klaargestoomd voor die toelatingstoets. Voor dit project was door voormalig minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, circa 2,5 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Voor deelnemers aan de doorstroomklas geldt dat zij hun opleiding moeten hebben afgerond. Wat veel studenten niet weten, is dat zij daarnaast ingeschreven moeten blijven op het mbo om deel te kunnen nemen aan de pre-pabo. De afgelopen periode schreven veelstudenten zich na het behalen van hun studie uit, waardoor ze geen recht op studiefinanciering meer hadden.

Deze studenten konden daarom niet starten met de pre-pabo, waardoor de regio Den Haag en Rotterdam veel potentiële leerkrachten is misgelopen. Dat is voor de regio een grote aderlating, omdat de vraag naar leerkrachten groot is. Leonard Geluk, bestuursvoorzitter van de Haagse Hogeschool, noemt deze vorm van bureaucratie “onbestaanbaar”.

In de regio heeft bijna iedere basisschool te maken met een tekort aan leerkrachten. De Haagse pabo trekt minder studenten aan door de strengere toelatingseisen en veel huidige juffen en meesters gaan de komende jaren met pensioen. Geluk zegt dat elke nieuwe pabo-student meer dan nodig is. Volgens de huidige minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven, is er niets te veranderen aan de wetgeving. Publiek geld mag niet worden gebruikt om mensen op te leiden die niet als student staan ingeschreven.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids