Kinderen die naar de opvang gaan, zijn beter in staat om hun manier van communiceren aan te passen aan hun gesprekspartner dan kinderen die thuisblijven. Volgens onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen zorgt de grotere variatie aan sociale contacten waaraan kinderen in een opvang blootgesteld worden ervoor dat zij sneller beter kunnen communiceren dan leeftijdsgenootjes die niet naar de opvang gaan. Dat meldt Nu.nl.
De wetenschappers van de Radboud Universiteit ontwierpen een computerspel voor twee personen om de communicatievaardigheden van kinderen van vijf jaar te onderzoeken. Bij het computerspel moesten de vijfjarigen aan een medespeler die ze niet konden zien zonder woorden uitleggen waar een verborgen voorwerp in het spel te vinden was.
De onderzoekers ontdekten dat de kleuters in staat waren om hun manier van non-verbale communicatie aan te passen aan de leeftijd van de medespeler. Dachten de kinderen dat ze met een tweejarige speelden, dan waren hun aanwijzingen veel geduldiger dan wanneer hen gezegd werd dat er een leeftijdsgenootje tegenover hen zat.
De wetenschappers zagen bovendien onderlinge verschillen in hoe goed de kleuters zich konden verplaatsen in hun medespeler. Kinderen die naar de opvang gingen bleken beter in staat hun communicatiestijl aan te passen dan kinderen die niet naar de opvang gingen. Het opleidingsniveau van de ouders en of de kinderen broers of zussen hadden maakte ook verschil, maar deze factoren hadden minder invloed dan het wel of niet naar de opvang gaan.
© Nationale Onderwijsgids
