Estafettestaking op Radboud Universiteit groot succes

Op de campus van de Radboud Universiteit verzamelden zich donderdag 13 maart duizenden mensen voor de estafettestaking tegen de aangekondigde onderwijsbezuinigingen van het kabinet. ‘Kabinet sloopt het hoger onderwijs’ en ‘Hé Geert, wanneer gaat de zon weer schijnen in het onderwijs en onderzoek?’ waren teksten die op spandoeken en borden stonden. Dat meldt Omroep Gelderland.

De staking op de universiteit in Nijmegen is een onderdeel van de landelijke estafettestaking. Zo werd er aan het begin van de week gestaakt in leiden en Utrecht en op donderdag 14 maart legden hoogleraren en studenten het werk neer.

Niet alleen de Radboud Universiteit deed mee, maar ook de hogeschool HAN in Arnhem en Nijmegen en ArtEZ in Arnhem. De WUR in Wageningen sloot later op de dag aan.

Gevolgen van bezuinigingen nu al te zien 

Voorzitter van de studentenvakbond van de Radboud Universiteit, Nan Lont, geeft aan dat de gevolgen van de bezuinigingen in onderwijs nu al te zien zijn. Op de Radboud Universiteit zijn ze al aan het kijken hoe ze met de verschillende budgetten moeten omgaan. “Het kantoor van de studentenvakbond wordt waarschijnlijk ook wegbezuinigd.”

Volgens hoogleraar Arnoud Langendijk zullen de gevolgen van de miljardenbezuiniging niet te overzien zijn. “Mensen worden ontslagen, daardoor gaat de werkdruk omhoog en volgt er een lagere kwaliteit van het onderwijs.” Volgens Lont zullen studies verwijden en belangrijk onderzoek niet uitgevoerd worden.

Deelnemen aan de protesten 

De universiteit had de medewerkers al laten weten dat ze de gelegenheid kregen om deel te nemen aan de protesten. Een vrije dag of verlof opnemen hoefde niet. Zo’n 160 hoogleraren van de Radboud Universiteit hadden eerder al een brief ondertekend om mee te doen aan de stakingen.

De langstudeerboete is van tafel gegaan, doordat we met 25.000 man op het Malieveld hebben gestaan, zo stelt Lont. “Dat komt omdat we met alle studenten, docenten en andere medewerkers samen onze kracht hebben laten zien.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk