Het ontslag van voormalig directeur-bestuurder Soner Atasoy van het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam was niet terecht. Desondanks is de school niet verplicht hem weer aan het werk te laten gaan. Dat oordeelde de rechter in een kort geding tussen de ex-directeur en de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO).
Tussen Atasoy en de SIO woedt al langere tijd een conflict over wie het voor het zeggen heeft op de school en binnen de stichting. De directeur-bestuurder werd begin juni op staande voet ontslagen, maar hij legde zich niet neer bij deze beslissing. Inmiddels lopen er meerdere juridische procedures.
In dit arbeidsrechtelijke kort geding eiste de directeur dat zijn ontslag ongedaan zou worden gemaakt. "De kantonrechter stelt dat het ontslag als stichtingsbestuurder niet opnieuw hoeft te worden beoordeeld. Die vraag komt al aan de orde in de hogerberoepszaak die volgde op het oordeel van de voorzieningenrechter. Wel oordeelt de kantonrechter dat er onvoldoende grond was voor het ontslag op staande voet als directeur van de school", staat in de uitspraak.
Het SIO moet de directeur wel voorlopig zijn salaris blijven betalen, "in ieder geval tot de bodemprocedure is afgerond", maar de stichting hoeft hem niet terug te laten keren op school.
"Niet alleen bevatte het oordeel van de voorzieningenrechter een verbod voor de directeur om de school nog langer te betreden, ook is er een vergaand gebrek aan draagvlak voor de directeur onder de leraren en de ouders. Bovendien is de verhouding tussen de stichting en de directeur ernstig verstoord."
Recent is een nieuw bestuur aangesteld bij het Haga. De reuring begon vorig jaar maart, nadat de islamitische middelbare school door de inlichtingendienst AIVD ervan was beticht banden te hebben met extremistische figuren. Toenmalig directeur-bestuurder Atasoy weigerde op te stappen en raakte verwikkeld in gedoe met onderwijsminister Arie Slob, de onderwijsinspectie, medebestuursleden en het stadsbestuur.
Door: ANP