Technologie gaat een steeds grotere rol spelen in het onderwijs. Dat was al voor de uitbraak van het coronavirus het geval, maar de coronacrisis heeft het belang van technologie zeker bewezen, ook voor beslissers in het voortgezet onderwijs (VO). Een groot deel van hen geeft aan niet meer terug te kunnen naar onderwijs zonder technologie, zo blijkt uit onderzoek van HP Nederland. Velen zien de voordelen van geavanceerde technologie, maar er zijn ook nog behoorlijk wat drempels. Dit meldt AG Connect.
Aan het onderzoek deden meer dan 200 Nederlandse beslissers in het VO mee, en maar liefst 91 procent van hen geeft aan dat de coronacrisis hen de toegevoegde waarde van technologie in het VO heeft doen inzien. Het gaat hierbij om digitale whiteboards en videobellen, maar ook geavanceerde technologie zoals robotics en Virtual Reality (VR) wordt door beslissers als belangrijk voor de leerling ervaren. “Natuurlijk kunnen leerlingen nog steeds een atlas openslaan, maar als zij via een VR bril zelf een virtuele wereldreis maken leren ze effectiever”, aldus Rob Idink, managing director van HP Nederland.
Geavanceerde technologie
Volgens 87 procent van de respondenten maakt geavanceerde technologie gepersonaliseerd onderwijs beter mogelijk omdat docenten bijvoorbeeld makkelijker de lesstof kunnen afstemmen op het niveau van de leerling. Ook denkt 78 procent dat met geavanceerde technologie het leerproces van de leerling beter bijgehouden kan worden. Het introduceren van geavanceerde technologie in het onderwijs gaat echter niet over één nacht ijs en brengt ook drempels met zich mee. De gebrekkige technologische kennis onder docenten wordt door 70 procent van de respondenten als drempel genoemd en voor 60 procent zijn de aanschafkosten van benodigd materiaal een probleem. Geld blijft dus in veel gevallen een belangrijk obstakel.
Door: Nationale Onderwijsgids