De universiteitenvereniging VSNU is blij dat de minister onderkent dat de administratieve lasten van het huidige stelsel te hoog zijn en het stelsel meer uit moet gaan van vertrouwen. Een pilot met instellingsaccreditatie is een belangrijke stap in de goede richting. De VSNU vindt wel dat de pilot opengesteld moet worden voor alle universiteiten die mee willen doen. Dat meldt de VSNU.
In 2013 is het huidige accreditatiestelsel grondig geëvalueerd. Hieruit kwam naar voren dat het stelsel in de basis functioneert, maar dat het draagvlak onder druk staat, vertrouwen niet beloond wordt en de administratieve lasten te hoog zijn. Naar aanleiding van deze conclusie is besloten om het stelsel te herzien.
Nederland heeft met de instellingsaudit en de opleidingsaccreditatie een van de strengste beoordelingsstelsels ter wereld. Ons kwaliteitszorgsysteem heeft geleid tot een routineuze en afstandelijke cultuur waarin een open gesprek over verbeterpunten naar de achtergrond is geraakt. De oorspronkelijke doelstelling was goed, maar in de praktijk wordt er onvoldoende eigenaarschap van het accreditatiestelsel gevoeld.
De VSNU is het niet eens met de procedure voor instellingen om uiteindelijk in aanmerking te komen voor deelname aan de pilot. Het is een procedure die bestaat uit verschillende toetsen om te bepalen wie uiteindelijk deel mag nemen aan de pilot. Ook is bij positief doorlopen van alle stappen het niet zeker of de instelling deel mag nemen aan de pilot, omdat er een maximum is gesteld van drie universiteiten in 2017 en drie universiteiten in 2018. De VSNU wil dat de pilot in principe toegankelijk is voor alle universiteiten die daaraan mee willen doen. Het behalen van de eerdere instellingsaudit uit het huidige accreditatiestelsel en een positief advies van de medezeggenschapsraad zouden de enige twee criteria moeten zijn om wel of niet in aanmerking te komen voor instellingsaccreditatie.
© Nationale Onderwijsgids
