De Inspectie voor Onderwijs is zeer te spreken over de aanpak van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Amsterdam. In een rapport noemt de Inspectie de vve-aanpak in de hoofdstad een voorbeeld voor andere gemeenten in Nederland.
De Inspectie concludeert dat Amsterdam voortvarend te werk is gegaan met het verbeteren van de kwaliteit van de vve. Amsterdam heeft een voorsprong op andere steden omdat er zogezegd bij alle partijen consensus bestaat over het belang om achterstanden bij jonge kinderen zo vroeg mogelijk in te lopen en over de noodzakelijke investeringen daartoe.
Volgens de Inspectie zijn er verschillende mogelijke verklaringen voor de kwaliteitsverbetering. Zo noemt de de inspectie onder meer de inzet van hbo-opgeleide pedagogische coaches en zorgcoördinatoren op de kinderopvang. Ook de grote nadruk op ouderbetrokkenheid in de methode VVE Thuis en de nauwe samenwerking tussen kinderopvang en basisschool werken volgens de Inspectie effectief.
In 2012 heeft Amsterdam met de rijksoverheid afgesproken om de onderwijskansen voor kinderen met een (risico op) achterstand te vergroten. De overheid heeft toen extra middelen ter beschikking gesteld. De Inspectie heeft in 2013 een onderzoek verricht naar de uitvoering van de maatregelen en of dit heeft geleid tot verbeteringen in de praktijk. Volgens de Inspectie slaagt Amsterdam hierin. Ook de andere grote steden (Den Haag, Rotterdam en Utrecht) en 32 middelgrote steden kregen extra middelen om onderwijsachterstand aan te pakken. Amsterdam is koploper met haar aanpak.
© Nationale Onderwijsgids
