Scholen zijn vol energie aan de slag met het wegwerken van vertragingen die leerlingen door corona hebben opgelopen. Meer dan de helft van de schoolleiders zegt dat het goed lukt om hun plannen uit het Nationaal Programma Onderwijs uit te voeren, ondanks uitdagingen zoals de sluiting van scholen in december en januari. Dat blijkt uit de tweede voortgangsrapportage van het programma die aan de Tweede Kamer is gestuurd. Dat meldt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs: “Complimenten voor de scholen die hier de afgelopen tijd met de nodige tegenwind keihard aan hebben gewerkt. Dat is niet alleen belangrijk voor leerlingen die in de moeilijke coronatijd les hebben gehad. Met het programma kunnen we de kwaliteit van het onderwijs breed verbeteren en alle leerlingen helpen beter te leren lezen, schrijven en rekenen. Deze vaardigheden heb je overal voor nodig: op je toekomstige opleiding, als je solliciteert en in de rest van je leven.’’Binnenkort presenteert minister Wiersma ook zijn masterplan met extra maatregelen hiervoor.
Nationaal Programma Onderwijs
De menukaart met bewezen effectieve maatregelen, waaruit scholen in de aanpak van leervertragingen kunnen kiezen, wordt de komende tijd verder doorontwikkeld om scholen hierbij nog beter te ondersteunen. Ook op andere manieren wordt het Nationaal Programma Onderwijs meer structureel in het onderwijs ingebed. Zo wil minister Wiersma dat leraren, zoals nu, ook na het programma extra geld krijgen als zij op een school werken met veel achterstanden. Dit moet ervoor zorgen dat deze scholen makkelijker personeel kunnen vinden en kunnen behouden.
Lekkerder in je vel
Bij het wegwerken van de vertragingen, kiest het overgrote deel van de scholen ervoor de leerlingen te helpen om weer lekkerder in hun vel te zitten, blijkt verder uit de voortgangsrapportage. Dat werpt volgens schoolleiders vooral in het primair onderwijs zijn vruchten af. Dat is positief, want leren lukt beter als je je goed voelt. Ook zien schoolleiders en medewerkers in het primair onderwijs dat het programma een positief effect heeft op hun professionele ontwikkeling. Een klein deel van de schoolleiders geeft aan dat hun plannen niet goed van de grond komen, onder andere doordat ze moeite hebben personeel te vinden.
Plannen van de scholen
Niet overal heeft ook de medezeggenschapsraad, waar leraren, leerlingen en ouders in zitten, ingestemd met de plannen van de scholen. Minister Wiersma vindt dat onacceptabel en gaat scholen hierop stevig aanspreken. Schoolteams moeten samen bepalen wat hun leerlingen nodig hebben en hoe het geld moet worden ingezet. Daar staat of valt het succes van het programma mee.
De voortgangsrapportage laat ook zien dat leraren vooral zelf het programma uitvoeren en de lessen geven. Minister Wiersma is hier blij mee omdat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor hun onderwijs en aanpak. Wel zetten scholen veelal met het NPO-geld gericht externe mensen in. Zij geven bijvoorbeeld training aan docenten. Dat is ook het uitgangspunt. Het is absoluut niet acceptabel als zij het NPO-geld massaal uitgeven aan commerciële bureaus. De minister is hier extra alert op omdat het belangrijk is dat goed met het geld wordt omgegaan. Hij is daarom met de onderwijssector in gesprek om hierover afspraken te maken. Die moeten worden vastgelegd in een gedragscode, convenant of wet.
Concretere doelen
Om beter zicht te houden op de besteding van het NPO-geld zijn concretere doelen aan het programma gekoppeld. Ook zijn deze verbonden aan de doelen uit het coalitieakkoord. Dit zorgt voor een heldere opdracht aan scholen en hiermee sluit het tijdelijke geld van het NP Onderwijs ook aan op structurele maatregelen.
Door: Nationale Onderwijsgids