Normal_copyright_stockfreeimages_thuisstudie_boek_cursus

Van alle belastingplichtigen tussen de 25 en 60 jaar maakt 2,6 procent gebruik van de aftrekpost scholingsuitgaven, voor gemiddeld 1.700 euro per jaar. Driekwart van de gebruikers van de aftrekpost scholingsuitgaven volgt een leertraject bij een niet-bekostigde instelling of een privaat opleidingsinstituut. Van diegenen die een door de overheid bekostigde opleiding volgen staan de meesten ingeschreven voor een bachelor- of masteropleiding in het hoger onderwijs. Dat blijkt uit een evaluatie van Centraal Planbureau.

De aftrekpost scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting is een aftrekpost voor uitgaven aan scholing gericht op het verwerven van inkomen uit werk en woning. De gebruikers zijn relatief vaak hoogopgeleid en/of werkzaam in loondienst. De aftrekpost lijkt het meest te worden ingezet voor de aanschaf van boeken en voor collegegeld.

Het stimulerende effect van de aftrekpost scholingsuitgaven op de deelname en uitgaven aan scholing wordt bepaald door mensen te vergelijken die de aftrekpost kunnen benutten tegen verschillende marginale tarieven. Voor minstverdieners, alleenstaanden met een relatief laag inkomen en meestverdieners met een hoog inkomen wordt rond de sprongen in het marginaal tarief geen bewijs gevonden voor een stimulerend effect van de aftrekpost op scholing. Bij meestverdieners met een relatief laag inkomen wordt wel een positief scholingseffect gevonden. Voor alleenstaanden met een relatief hoog inkomen is mogelijk sprake van een beperkt positief scholingseffect.

De notitie besluit met verschillende voor- en nadelen van de aftrekpost scholingsuitgaven en van alternatieve financieringsinstrumenten zoals een uitgavenregeling. Dergelijke alternatieve beleidsopties kunnen effectiever zijn dan de onderhavige aftrekpost. De precieze vormgeving van het alternatieve beleid lijkt hierbij van belang: als de overheid wil dat zoveel mogelijk mensen gebruik maken van de regeling is bekendheid met de regeling en communicatie hierover cruciaal. Als het bereik van personen met een laag inkomen of een laag opleidingsniveau centraal staat lijkt voorfinanciering door de deelnemer niet gunstig.

© Nationale Onderwijsgids