Maak serieus werk van Europees onderwijsbeleid, adviseert de Onderwijsraad de regering. Want de huidige afwachtende houding van Nederland doet geen recht aan de toenemende invloed vanuit Europa op het onderwijs. De raad beveelt de onderwijsministers aan om in samenspraak met het onderwijsveld te zorgen voor een strategische agenda, die duidelijkheid biedt over de Nederlandse ambities voor Europees onderwijsbeleid. Zo ontstaat focus en houvast voor het onderwijsveld en de overheid, kan Nederland beter inspelen op kansen en risico’s van Europees onderwijsbeleid en er zelf aan bijdragen. Dat meldt de Onderwijsraad.
In Europa wordt onderwijs steeds belangrijker gevonden. In Europees verband werken lidstaten intensiever samen en worden minder vrijblijvende afspraken gemaakt. Ook de Europese Unie toont zich ambitieus en neemt initiatief op verschillende onderwijsthema’s. Dit veroorzaakt een zogenoemde sturingsdynamiek die uitmondt in Europees onderwijsbeleid. Hiervan gaat steeds meer invloed uit, ook op het onderwijs in Nederland.
Afwachtende houding van Nederland
Een expliciete en samenhangende Nederlandse strategische visie op Europees onderwijsbeleid ontbreekt nu. De huidige afwachtende houding van Nederland is niet passend bij de toenemende invloed op het Nederlandse onderwijs. Deze houding sluit niet aan op de wensen van onderwijsinstellingen en partijen in het veld en past niet bij de stelselverantwoordelijkheid van de overheid. De Onderwijsraad adviseert de onderwijsministers om serieus werk te maken van Europees onderwijsbeleid door een proactieve houding aan te nemen.
Strategische agenda
De raad beveelt de onderwijsministers aan om een strategische agenda voor Europees onderwijsbeleid te formuleren, die beschrijft wat de Nederlandse inzet is en hoe deze bijdraagt aan het Nederlandse onderwijs. Een strategische agenda geeft focus en houvast aan onderwijsinstellingen, partijen in het veld en de overheid. Met een strategische agenda kan het onderwijs beter gebruik maken van de mogelijkheden die Europa biedt, bijvoorbeeld als het gaat om aansluiting op arbeidsmarkt, duurzame ontwikkeling en uitwisseling van kwalificaties. En ook inspelen op risico’s, meedoen in de sturingsdynamiek en zo actief bijdragen aan Europees onderwijsbeleid.
Voorzitter van de Europese Unie
In 2029 wordt Nederland voorzitter van de Europese Unie. Daarmee krijgt de Nederlandse regering de kans mede richting te geven aan Europees onderwijsbeleid. Bij het opstellen van een strategische agenda beveelt de raad aan een routekaart richting het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2029 te gebruiken, met momenten waarop strategische besluiten over onderwijs worden genomen in Europa. Goede afstemming tussen onderwijs en aanpalende beleidsterreinen, zoals wetenschapsbeleid, jeugdbeleid en arbeidsmarktbeleid, is daarbij van belang. De raad beveelt nadrukkelijk aan om het onderwijsveld te betrekken bij het maken van de strategische agenda. Daarmee wordt aangesloten bij de bewegingen en ontwikkelingen die nu al gaande zijn in het onderwijsveld en wordt de kennis en ervaring benut die partijen in het veld hebben opgedaan.
Door: Nationale Onderwijsgids