Een meerderheid van de Tweede Kamer is akkoord met het voorstel van minister Slob voor een nieuwe verdeling van onderwijsachterstandsmiddelen. Gemeenten en scholen krijgen geld voor onder meer vroeg- en voorschoolse educatie (vve) om onderwijsachterstanden bij kinderen zo vroeg mogelijk aan te pakken of zelfs te voorkomen. Slob wil dat het bij de financiering voor vve niet langer uitmaakt hoe groot de gemeente is. De Tweede Kamer steunt zijn voorstel. Dit melden Kinderopvangtotaal en Brancheorganisatie Kinderopvang.
Slob wil dat het geld voor de aanpak van onderwijsachterstanden terecht komt bij de 15 procent kinderen die het grootste risico lopen op een achterstand. Daarbij maakt het straks niet langer uit of een kind in een grote of kleine gemeente woont. Nu krijgen grotere gemeenten nog meer geld dan kleinere plaatsen omdat in de grote steden relatief meer kinderen met een risico op achterstand wonen.
De nieuwe verdeling gaat in 2019 in. Er komt wel een overgangsregeling van drie jaar zodat gemeenten die het vanaf dan met minder geld moeten doen hun werkwijze kunnen aanpassen. De definitieve bedragen voor gemeenten worden uiterlijk september bekend gemaakt.
De komende jaren gaat het budget, zoals afgesproken in het regeerakkoord met 170 miljoen euro omhoog voor gemeenten. Scholen krijgen structureel 260 miljoen euro. Daarmee komt de totale investering van het kabinet in het bieden van onderwijskansen aan kinderen uit op 746 miljoen euro.
Dat geld wordt door gemeenten vooral gebruikt voor voorschoolse educatie: peuters met een risico op een achterstand leren dan spelenderwijs de Nederlandse taal op de kinderopvang. Scholen gebruiken het geld voor intensievere begeleiding van leerlingen of speciale taalklassen. Door meer geld beschikbaar te maken, wil het kabinet het aanbod voor peuters uitbreiden van 10 naar 16 uur per week en de kwaliteit verhogen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids