Veel gemeenten, GGD’en en gastouderbureaus zijn kritisch over het huidige toezicht op de kwaliteit van de gastouderopvang. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs dat de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 1 juli naar de Kamer heeft gestuurd. De inspectie heeft gekeken naar de huidige toezichtsystematiek ten aanzien van de gastouderopvang en de rol van gastouderbureaus hierin. Dit onderzoek gaat, als een van de eerste onderzoeken, dieper in op de gastouderopvang vanuit een breed toezichtperspectief. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs.
NOG
Zicht op kwaliteit gastouderopvang te beperkt (2)
-Hoe wordt het toezicht op de gastouderopvang uitgevoerd, wat vinden betrokkenen uit het veld van de huidige toezichtsystematiek en op welke punten zou het toezicht verbeterd kunnen worden? Het rapport is deels gebaseerd op de registratiesystemen van de overheidspartijen die betrokken zijn bij toezicht en handhaving. Daarnaast zijn GGD’en en gemeenten bevraagd en is waardevolle informatie opgehaald bij veel gastouderbureaus en gastouders zelf.
De inspectie ziet op het gebied van toezicht belangrijke verbeterpunten. Zo beveelt ze aan om het toezichtkader te evalueren, het toezicht te intensiveren – aanvullend op de intensivering die in 2019 reeds in gang is gezet – en het toezicht slimmer in te richten. Daarnaast beveelt de inspectie aan om de positie van gastouderbureaus te versterken, zodat zij beter de kwaliteitsbewaking kunnen verzorgen.
Mede op basis van de resultaten van dit onderzoek zal de staatssecretaris een verkenning uitvoeren hoe de kwaliteit van de gastouderopvang en het toezicht (en daarmee ook de handhaving) beter kunnen worden geborgd. In deze verkenning worden de inzichten meegenomen van zowel de overheidspartijen die betrokken zijn bij toezicht en handhaving als de vertegenwoordigende partijen van ouders, gastouders en gastouderbureaus. Aan het einde van dit jaar wordt de Kamer nader geïnformeerd over de opzet van de verkenning.
Door: Nationale Onderwijsgids