AMSTERDAM - Vorige week is Elsje van Bergen gepromoveerd op haar proefschrift Who will develop dyslexia? Cognitive precursors in parents and children. Daarin beschrijft de onderzoekster van de Universiteit van Amsterdam (UvA) dat kinderen met dyslexie in de familie een tien keer zo grote kans op dyslexie hebben dan kinderen zonder dyslexie in hun familie.
In haar onderzoek volgde Van Bergen kinderen vanaf hun geboorte gedurende negen jaar. Het ging om kinderen met en zonder familiair risico. Nadat ze een paar jaar leesonderwijs hadden gehad, kon de onderzoekster vaststellen welke risicokinderen dyslexie hadden ontwikkeld.
Kinderen met een familiair risico op dyslexie en bij wie dit later werd vastgesteld, scoorden als kleuter zwak op taal en voorschoolse vaardigheden. De risicokinderen die geen dyslexie ontwikkelden, vertoonden op sommige vaardigheden milde tekorten.
Van Bergen laat in haar onderzoek zien dat dyslexie niet een alles-of-niets-conditie is, maar dat het risico op het ontwikkelen ervan continu verdeeld is.
De leesvaardigheden van ouders bleken bovendien indicatief voor het risico dat kinderen lopen. Hoe zwakker de ouder, hoe groter de kans is voor het kind om dyslectisch te worden.
Via Nieuwsbank.nl
© Nationale Onderwijsgids / Richard Heeres