Normal_whatsapp_image_2022-10-09_at_09.44.33

Leraar Steffie van der Meijden (30) stapte vier jaar geleden over van het ROC naar het speciaal onderwijs. Ze wil nooit meer iets anders. “Dit zijn de leukste kinderen die er zijn.” In oktober werd ze verkozen tot Leraar van het Jaar. 

Het was ‘heel erg wennen’ zegt Van der Meijden over de overstap van het regulier naar het speciaal onderwijs. Ze vertelt over een leerling die een propje papier op de grond gooide. “Ik zei hem dat hij dat moest opruimen. Dat hij moest luisteren naar mij.” De leerling weigerde. “Bijna twee uur lang duurde de discussie”, gniffelt Van der Meijden. “Ik wilde niet toegeven. Hij had het op de grond gegooid en ik vond dat hij het ook moest opruimen.” Uiteindelijk greep een collega in. “Straks zit je hier morgen nog’, zei hij tegen me. ‘Dan moet ik jouw partner bellen dat je niet thuiskomt vanwege een papiertje op de grond’. Ik kon erin blijven hangen of verder gaan. Uiteindelijk heb ik het propje zelf opgeraapt en zijn we weer verder gegaan met de les.”

De leukste kinderen die er zijn

Van der Meijden werkt als mentorleraar in de eerste klas van VSO Heuvelrugcollege in Zeist. Ze heeft twaalf leerlingen met onder andere autisme, adhd, hechtingsproblemen en trauma’s. “Het zijn mijn kinderen, de leukste kinderen die er zijn”, zegt ze. “Toen ik in het speciaal onderwijs ging werken, wist ik niet wat ik ervoor terug zou krijgen. Maar de afgelopen jaren heb ik heel veel geleerd.” Flexibiliteit – zoals met dat propje, en punctualiteit bijvoorbeeld. “Ik ben altijd de laatste die binnenkomt bij feestjes, een afspraak maken met mij verloopt meestal chaotisch.” Toch staat ze iedere dag op tijd voor de klas. “Als ik later begin, zorgt dat voor zoveel onrust, dat is niet te houden. De gevolgen zijn te groot.”

Ze heeft het over een leerling met cerebrale parese door zuurstofgebrek bij de geboorte. “Toen hij het ziekenhuis verliet, vertelden artsen dat hij nooit zou kunnen lopen. Nu speelt hij voetbal in een regulier elftal. Deze kinderen doen zo hard hun best. Dat stimuleert mij als leerkracht ook om altijd het beste uit mijzelf te halen.” Daarbij richt Van der Meijden zich niet op een toekomstig diploma’s, toetsen of examens. “We focussen ons niet op taalfouten of de som van 3 + 3. We leren de kinderen vooral om goede burgers te worden.”

Kinderen ook na school gevolgd

Zo is er in de klas van Van der Meijden aandacht voor zelfliefde, social media-gebruik, hoe je ruzies uitpraat en hoe je met de bus kunt reizen. “En als wij het over solliciteren hebben, behandelen we niet alleen hoe je een goede brief schrijft, maar ook hoe je omgaat met de zenuwen van een eerste sollicitatiegesprek.” VSO Heuvelrugcollege heeft een eigen stagebureau en volgt ook na de school de kinderen. “Met sommige gaat het goed, ze werken bij de Albert Heijn, een autobedrijf of in een beautysalon. Andere leerlingen zijn nog op zoek naar een werkplek. De maatschappij houdt niet altijd rekening met deze kinderen. Ook al hebben ze een hoop te geven.”

Missie als Leraar van het Jaar

Ze ziet het als haar missie als Leraar van het Jaar om te benadrukken hoe waardevol en interessant haar leerlingen zijn. Net als het werk in het speciaal onderwijs. Op het reguliere onderwijs is het leraren tekort 9 procent, in het speciaal onderwijs is dat 13 procent. Veel Pabo’s vinden het lastig om hun leerlingen stage te laten lopen in het speciaal onderwijs. Onterecht vindt ze want ook al wil je er later niet werken, die ervaring maakt je een betere en flexibelere leerkracht. “Op een reguliere school gaat de les vervolgens negen van de tien keer zoals verwacht. Op het speciaal onderwijs niet, dan merk je pas echt of je goed voorbereid bent.”
Tegelijkertijd is ook de uitval van leerkrachten hoog, ziet Van der Meijden. “Docenten stappen over naar het speciaal onderwijs omdat ze een nieuwe uitdaging zoeken, maar dan moet je niet bij ons zijn. Je moet echt geïnteresseerd zijn in het gedrag dat de leerling vertoont en waarom.” Dat is de tweede missie van Van der Meijden.

Ze wil leerkrachten oproepen om verder te kijken dan het gedrag dat een leerling vertoont. “Sommige kinderen roepen wel twintig keer per uur ‘juf, juf, juf’. Dat is vermoeiend. Ik kan dan gaan mopperen en corrigeren, maar dan wordt het geen leuke dag. Ik probeer daarom het kind te observeren en te achterhalen waarom hij of zij zich zo gedraagt. Ik ga in gesprek met de ouders, met andere leerkrachten om zo de leerling te helpen om de onzekerheid of een ander onderliggende probleem op te lossen. Dat maakt het werk veel leuker.” 

Regelmatig krijgt Van der Meijden de vraag of het niet heftig is om te werken in het speciaal onderwijs. “Maar het is een feestje”, zegt ze. De leerlingen zijn eerlijk en hebben leuke humor. Ze geven oprechte complimenten en zijn dankbaar. “Als ik er een dagje niet ben, krijg ik weleens te horen dat ik ze in de steek heb gelaten. ‘Probeer je eigenlijk te zeggen dat je me hebt gemist’, vraag ik dan. ‘Ja, juf’, krijg ik dan te horen. Zo leuk!”

Derde persoon

Als leerkracht op het ROC droeg ze haar leerlingen op hun boek te pakken en aan de slag te gaan. Op haar nieuwe school gaat het anders. “Ik kondig eerst aan dat de juf harder ga praten. Niet omdat de juf boos is, maar omdat ze iets gaat uitleggen.” En als ik klaar ben, vraag ik niet ‘snap je het?’ maar ‘heeft de juf het goed uitgelegd?’ daarmee leg ik de verantwoordelijkheid bij mezelf.” De uitleg in derde persoon zorgt ervoor dat ook kinderen met autisme haar makkelijker begrijpen. Het woordje ‘niet’ gebruikt ze zo min mogelijk. 
Over hoe je als leerkracht verder kijkt dan gedrag, hoe je omgaat met seksualiteit of eigenaarschap ontwikkelde Van der Meijden e-learningen via haar eigen bedrijf onder-wijs. Ook maakte ze een podcastserie met gedragsexperts en geeft ze masterclasses. “Ik krijg wel eens te horen; ‘je moet je werk niet zo serieus nemen’. Maar dat doe ik wel. Ik ben er de hele dag mee bezig.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Marjolein Kooyman