De stelling 'Het klassieke ABN is in de huidige samenleving een taal van het verleden' spreekt prof. dr. Jaap van Marle uit bij zijn afscheidsrede als hoogleraar Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. De rede is onderdeel van het symposium over Moedertaalonderwijs op vrijdag 18 september 2015 in Heerlen. Het symposium richt zich op het gebruik en de toekomst van het vak Nederlands in het onderwijs. Dat meldt de Open Universiteit.
Van Marle vraagt zich af of het klassieke ABN uiteindelijk wel zo succesvol is geweest als wordt verondersteld. Lange tijd werd slechts door een klein deel van de bevolking deze standaardtaal werkelijk gesproken. Toch was de positie van het ABN bijzonder sterk, het hele onderwijs was gericht op de verspreiding ervan. Maar door allerlei sociaal-culturele ontwikkelingen is het keurslijf van de verzorgde en correcte taal beetje bij beetje afgeschud.
De ingenomen stelling wordt onderbouwd door achtergrondinformatie over het lage percentage oorspronkelijke ABN-sprekers, het taallandschap in het midden van de vorige eeuw, het ontstaan van het ABN en de kracht die nodig was om het ABN te ondersteunen: het onderwijs. Maar de maatschappelijke verhoudingen die destijds golden zijn tegenwoordig niet meer aan de orde.
Op het symposium komen verschillende mensen aan het word van diverse universiteiten. Zo spreek Frits van Oostrom (Universiteit Utrecht) over 'Moedertaalonderwijs: min maal min is plus?' En Anneke van Neijt (Radboud Universiteit Nijmegen) over 'Moedertaalonderwijs, laat zien wat je kunt doen met taal'. Theo Witte (Rijksuniversiteit Groningen) gaat het hebben over 'Geven en nemen. Over een slecht huwelijk en een therapie'. Tot slot zal Ton van Haaften (Universiteit Leiden) het hebben over 'Argumentatieve vaardigheden in het secundair onderwijs'.
© Nationale Onderwijsgids