Mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen blijken veel vaker langdurig arm te zijn dan niet-laaggeletterden. Dit blijkt uit onderzoek vandaag gepubliceerd door Stichting Lezen & Schrijven. Het is daarom van belang om bij de aanpak van armoede ook rekening te houden met taal- en rekenvaardigheid. Dit gebeurt nog veel te weinig, meldt Stichting Lezen & Schrijven.
Er blijkt een duidelijke, significante relatie te zijn tussen armoede en de taal- en rekenvaardigheid. "Wij pleiten ervoor dat in de aanpak van armoede structureel naar laaggeletterdheid gekeken gaat worden en dat mensen die een laag taalniveau hebben, verwezen worden naar een cursus in de buurt", zegt Merel Heimens Visser, directeur van Stichting Lezen & Schrijven.
De achterstand van laagopgeleiden is de laatste 25 jaar gegroeid ten opzichte van hoger opgeleiden en de prognose is dat deze achterstand verder zal groeien. Laaggeletterden zijn werkzaam in beroepen met een lagere status. Ze zijn vaak lager opgeleid en vormen een kwetsbare groep. Te verwachten is dat, zonder extra maatregelen, de armoedeproblematiek onder laaggeletterden eerder toe dan af zal nemen.
Nederland telt zo'n 2,5 miljoen laaggeletterden (Algemene Rekenkamer, 2016) en 600.000 mensen die langdurig arm zijn (SCP, 2015). Een veel lager inkomen, twee keer zo vaak langdurig arm, drie keer zo vaak afhankelijk van een uitkering: de positie van laaggeletterden in de samenleving is substantieel slechter dan die van niet-laaggeletterden, zo toont het onderzoek aan. Een belangrijke conclusie is dat armoede en laaggeletterdheid hand in hand gaan: laaggeletterdheid is vaak een belemmering om zelfredzaam te zijn en armoede vergroot de kans op laaggeletterdheid.
© Nationale Onderwijsgids