Logo_uwv

Waar de werkgelegenheid tot een aantal jaren geleden nog groeide in de kinderopvang, jeugdzorg en welzijn is deze inmiddels omgeslagen in een forse krimp. Dit leidt tot groeiende personeelsoverschotten en een stijgend beroep op de WW vanuit de drie welzijnsbranches. Met name de WW-instroom vanuit de kinderopvang vertoont een sterke stijging. Door aanstaande hervormingen in de jeugdzorg en de welzijnssector ontstaat behoefte aan andere competenties bij medewerkers. Beide branches investeren op dit moment in professionalisering en mobiliteitsbevordering. Dit zijn enkele bevindingen uit de sectorbeschrijving Welzijn, Jeugdzorg en Kinderopvang die UWV vandaag heeft gepubliceerd.

Organisaties in de welzijnsbranches hebben te maken met hervormingen, krimpende budgetten en onzekerheid over de wijze waarop kabinetsbeleid wordt uitgewerkt. Ze zijn voorzichtig met het aannemen van personeel en het aanbieden van vaste contracten. Gevolg is dat het aantal vacatures over de hele linie daalt in de kinderopvang, jeugdzorg en welzijn. De afname is het sterkst voor de functies medewerker maatschappelijke zorg en pedagogisch medewerker kinderopvang.

Grootste afname werkgelegenheid in kinderopvang

De kinderopvang heeft te maken met krimp, faillissementen en reorganisaties. De krimp wordt veroorzaakt door bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag, maar ook de stijgende werkloosheid doet de behoefte aan kinderopvang afnemen. In de kinderopvang was ruim een kwart van de vacatures in 2011 nog moeilijk vervulbaar. Inmiddels is de arbeidsmarkt voor crècheleidsters als zeer ruim te kenschetsen. De instroom van leidsters kinderdagverblijf in de WW stijgt fors, van 690 lopende WW-uitkeringen in juni 2011 tot bijna 3850 in juni 2013. De werkgelegenheid in de kinderopvang zal dit jaar naar verwachting met 12 procent dalen. In 2014 en 2015 volgt een krimp van 1 à 3 procent per jaar.

Ook krimp in jeugdzorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening

De werkgelegenheid in de jeugdzorg bleef tot op heden redelijk stabiel. Voor de komende jaren wordt rekening gehouden met een forse krimp. Dit komt vooral door de decentralisatie naar gemeenten die gepaard gaat met een bezuiniging op het budget. Naar verwachting zal de werkgelegenheid in de jeugdzorg de komende jaren met een kwart tot een derde afnemen.

De werkgelegenheid in de welzijnssector en de maatschappelijke dienstverlening neemt al af sinds 2008. Voor de komende jaren wordt rekening gehouden met een verdergaande, geleidelijke krimp van rond de 4.5 procent per jaar. Waar tot voor kort met name de welzijnsbranche nog kampte met een fors aantal moeilijk vervulbare vacatures voor medewerkers op mbo-niveau, is dit nu omgeslagen in overschotten op de arbeidsmarkt.

Kansen op werk in de sector de komende jaren niet groot

Ook voor de (middel)lange termijn wordt rekening gehouden met overschotten aan personeel in de drie branches. Het overschot is het grootst in de kinderopvang, op mbo-niveau 3. In de branches welzijn en maatschappelijke dienstverlening wordt rekening gehouden met een surplus aan medewerkers culturele en maatschappelijke dienstverlening op hbo-niveau en medewerkers sociaal-agogisch werk op mbo-niveau 4. De geschetste ontwikkelingen maken dat de arbeidsmarktperspectieven voor jongeren die een opleiding in welzijn, jeugdzorg of kinderopvang kiezen, weinig rooskleurig zijn. Voor de relevante mbo-opleidingen wordt de kans op een baan na de opleiding op matig of gering ingeschat. Op hbo- en wo-niveau lijken de perspectieven iets beter.

Nieuwe manier van werken

In de drie branches wordt veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het personeel. De branches welzijn en jeugdzorg krijgen te maken met nieuwe manieren van werken als gevolg van het programma Welzijn Nieuwe Stijl en de Transitie Jeugdzorg. Deze nieuwe aanpak vraagt om het toerusten van het personeel op de (aanstaande) veranderingen en een verdere professionalisering bij medewerkers. Omdat organisaties in de jeugdzorg en welzijn meer dan voorheen moeten meedingen naar opdrachten, wordt het belangrijker de meerwaarde van het werk zichtbaar te maken. In de kinderopvang gaat veel interesse uit naar veiligheid, gezondheid en de pedagogische ontwikkeling van kinderen.

In de branches welzijn en maatschappelijke dienstverlening (WMD), jeugdzorg en kinderopvang werkten eind 2012 180.000 mensen. In de kinderopvang gaat het om 89.000 werknemers, waarvan 96 procent vrouw. De branche WMD biedt werkgelegenheid aan 61.000 mensen, de Jeugdzorg heeft 30.000 werknemers.

Over de UWV Sectoranalyses

UWV maakt samen met werkgevers- en werknemersorganisaties, de VNG, stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en arbeidsmarktdeskundigen uit sectoren analyses van ruim twintig sectoren. De sectorbeschrijvingen bieden een actueel beeld van de tekorten en overschotten op de arbeidsmarkt. Hierdoor is het mogelijk om lang openstaande vacatures en onnodige werkloosheid te voorkomen en zo bij te dragen aan een sterkere economie. De sectorbeschrijvingen dragen ook bij aan regionale arbeidsmarktagenda’s van gemeenten en UWV voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. UWV heeft het opstellen van sectoranalyses in 2012 overgenomen van de in dat jaar opgeheven Raad voor Werk en Inkomen (RWI).

© Nationale Onderwijsgids