Het kabinet maakt zijn ambitie voor 2014 volledig waar: het investeert daadwerkelijk extra in onderwijs. Het onderwijs wordt ontzien in de rijksbrede taakstelling en het Nationaal Onderwijsakkoord zorgt ervoor dat er netto geld bijkomt voor leerlingen, docenten en scholen.
Naast de €689 miljoen die vrijkomt met het Nationaal Onderwijsakkoord, wordt ook de prijsbijstelling (€204 miljoen) voor het onderwijs in 2014 uitgekeerd. Deze was dit voorjaar ingeboekt als OCW-bijdrage aan de bezuinigingen van €6 miljard. Met de prijsbijstelling kunnen scholen de inflatie opvangen. Beide bedragen zijn nog niet in de OCW-begroting opgenomen maar zijn daarvoor wel gereserveerd omdat het akkoord pas later definitief zijn beslag krijgt.
Met deze begroting maken minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker beduidende stappen op weg naar het beste onderwijs. Zij zetten het komend jaar fors in op de kwaliteit van de leraar, verbetering van de in- en uitstroom van de lerarenopleidingen en een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Leerlingen en studenten worden uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen en onderwijsinstellingen krijgen de opdracht transparanter te zijn over hun prestaties. Om de scholen scherp te houden krijgen ouders, leerlingen en docenten meer te zeggen over het onderwijs.
Het beste onderwijs voor leerlingen
Het Nederlandse onderwijs is goed, maar voor excellent onderwijs moet iedere leerling het beste onderwijs krijgen dat bij zijn of haar niveau past. De komst van passend onderwijs zorgt ervoor dat extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben dichter bij het kind in de klas wordt georganiseerd. Hierdoor wordt hun talent beter benut. Vanaf 1 augustus 2014 gaat de zorgplicht voor scholen van start waardoor deze leerlingen meer kansen krijgen in het reguliere onderwijs.
Toptalenten verdienen net zo veel aandacht en uitdaging als kinderen die minder goed kunnen meekomen. Het onderwijs slaagt daar op dit moment slechts ten dele in. Grote talenten in het basis- en voortgezet onderwijs moeten meer worden herkend, erkend en beloond. In 2014 wordt bepaald welke aanpak het beste werkt. Docenten, ouders en leerlingen worden hier nauw bij betrokken.
In het mbo worden kwaliteitsafspraken gemaakt waarmee de scholen een extra prikkel krijgen om alles uit hun leerlingen te halen. De tweejarige associate degree krijgt een vaste plek aan de hogescholen, waardoor studenten die wel willen doorleren maar opzien tegen een vierjarige opleiding toch worden bediend. Voor vwo’ers die een hbo-opleiding willen volgen komen er intensieve, driejarige opleidingen aan de hogescholen.
Waardering voor leraren
Leraren zien vanaf volgend jaar niet alleen in hun portemonnee dat zij worden gewaardeerd. Ze voelen het ook in hun dagelijks werk. Hun werkdruk wordt minder, ze krijgen meer tijd en middelen voor bijscholing, en er worden 3000 extra banen voor jonge docenten in het basis- en voortgezet onderwijs geschapen. In totaal is met het Nationaal Onderwijsakkoord een investering van €689 miljoen gemoeid. Daarnaast lopen de investeringen die het lerarenvak aantrekkelijker moeten maken verder op. In 2007 werd hiervoor een bedrag, oplopend tot €1,1 miljard structureel in 2020 uitgetrokken.
Voor de mbo-instellingen is in het Nationaal Onderwijsakkoord €250 mln beschikbaar voor kwaliteitsverbetering van onderwijs. In het primair en voortgezet onderwijs is daar €344 miljoen voor gereserveerd. Er wordt serieus werk gemaakt van het terugdringen van onbevoegd en ongekwalificeerd personeel. Daarom komt er net zoals bij accountants, advocaten en artsen een lerarenregister. Uiterlijk in 2017 moeten alle leraren in het register opgenomen zijn. Hiermee wordt bewerkstelligd dat leerlingen les krijgen van docenten die beschikken over de juiste papieren en die hun vakkennis bijhouden.
Sociaal leenstelsel
Als het parlement instemt met het wetsvoorstel voor invoering van een sociaal leenstelsel in de masterfase, gaat dit in september 2014 in. Dit zou een betekenisvolle eerste stap zijn van een hervorming die op termijn €800 miljoen oplevert, te investeren in het onderwijs. Invoering van het sociaal leenstelsel maakt een bewuste studiekeuze nog belangrijker. De aanmeldtermijn, die vanaf volgend jaar vervroegd wordt naar 1 mei, levert hieraan een belangrijke bijdrage; hogescholen en universiteiten hebben dan meer tijd om aankomende studenten goed voor te lichten over hun studiekeuze.
Cultuureducatie
Het kabinet Rutte-2 houdt de cultuur uit de wind. Waar mogelijk krijgt de sector een zetje mee. Prioriteit hierbij is cultuureducatie. Zo is de cultuurkaart voor de komende tien jaar gered en krijgt het kunst- en cultuur onderwijs een kwaliteitsimpuls zodat de lessen aantrekkelijker en waardevoller worden voor leerlingen. CKV blijft een verplicht examenvak op havo en vwo.
Publieke Omroep
Vanaf 2016 is de publieke omroep minder versnipperd bestaat deze uit maximaal 8 organisaties. Daarnaast zullen budgetten voor programma’s worden verdeeld op basis van kwaliteit en originaliteit in plaats van op ledenaantallen. Competitie op creativiteit en kwaliteit zal leiden tot betere programma’s voor kijkers. De Raad van Cultuur komt in het voorjaar van 2014 met een brede toekomstverkenning over de Publieke Omroep. Verder worden regionale omroepen vanaf 2014 weer bekostigd door OCW.
Wetenschap
Het kabinet Rutte-2 investeert €150 miljoen extra in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Dat is bovenop € 275 miljoen die beschikbaar blijft voor onderzoek gerelateerd aan de topsectoren. Eerder kondigde het kabinet aan dat het van de in het Regeerakkoord aangekondigde intensivering €100 miljoen per jaar via NWO zal investeren in onderzoek. In de begroting van 2014 is de eerste structurele tranche hiervan ad € 25 miljoen opgenomen. De RAAK-gelden worden vanaf 2014 ingebed in de NWO-structuur, waardoor de kwaliteit en de continuïteit van het onderzoek aan hogescholen is gewaarborgd.
© Nationale Onderwijsgids