Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) en gemeenten zijn het na maandenlang onderhandelen in beginsel eens geworden over de bezuinigingen en verbeteringen van de jeugdzorg. Er moet de komende jaren wel worden bezuinigd, maar minder dan het kabinet aanvankelijk wilde. Nu de financiële impasse is doorbroken, kunnen alle betrokken partijen tot inhoudelijke afspraken komen. Het principeakkoord wordt nog wel ter instemming voorgelegd aan alle gemeenten.
Aanvankelijk moesten gemeenten dit jaar 374 miljoen euro bezuinigen op de jeugdzorg, oplopend naar 463 miljoen euro in 2024 en 570 miljoen euro in 2025. Maandagavond hebben VWS en gemeentekoepel VNG een principe-akkoord afgesproken dat er in zowel 2023, 2024 en 2025 374 miljoen euro wordt bezuinigd. In totaal worden de eerder ingeboekte bezuinigingen met 285 miljoen euro verlaagd.
Hervormingen nodig
Van Ooijen noemt het "hoopgevend dat we nu eindelijk een akkoord hebben over de hoofdlijn van de financiële afspraken". Met de verlaging van het bezuinigingsbedrag voor 2024 en 2025 worden gemeenten volgens de staatssecretaris zo goed mogelijk in staat gesteld om in ingewikkelde maatschappelijke omstandigheden de jeugdzorg te verbeteren. "Hervormingen zijn nodig om kwetsbare kinderen en gezinnen sneller en beter te kunnen helpen."
Die zogeheten hervormingsagenda had er al in januari 2022 moeten liggen. Daarin worden afspraken vastgelegd over verbeteringen en besparingen in de jeugdzorg. De onderhandelingen over hervormingen in de jeugdzorg liepen eind vorig jaar stuk op het ontbreken van voldoende garanties van het Rijk aan gemeenten als de tekorten in de jeugdhulp blijven bestaan.
Door: ANP