Hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Jaap Seidell, pleit dat jonge ouders meer informatie moeten krijgen over het belang van gezonde voeding van kinderen. Volgens de voedingsexpert zijn de eerste duizend dagen van een baby ontzettend van belang voor het aanleren van voedingspatronen en de voedingskeuzes van kinderen. Seidell benadrukt dat gezonde voeding niet alleen de taak is van de ouders, maar ook van de overheid. Dat meldt Voeding Nu.
In de eerste twee jaar van het leven van baby's worden de smaakvoorkeuren ontwikkeld. Met name de eerste vier tot zeven maanden zijn van belang om kinderen aan te leren alles te eten, daarna wordt het lastiger. Volgens Seidell krijgen baby's van vijf maanden al veel te veel zoete drankjes en vrijwel geen groenten. “Wat je je baby leert in de eerste duizend dagen, zo eet je kind op achtjarige leeftijd nog steeds.”
Ouders zouden te weinig voorlichting krijgen over gezonde voeding voor baby's. De hoogleraar is van mening dat de overheid ook een grote rol hierin speelt. De aanpak voor gezonde voeding zou niet alleen landelijk moeten zijn, maar ook lokaal. Zo zouden de overheid, scholen, de voedingsmiddelenindustrie, supermarkten en kantines moeten samenwerken om een gezonde voedselomgeving te creëren.
In de kindermarketing zou vooral gelinkt worden naar ongezonde voeding zoals snacks, frisdrank en snoep. Seidell benadrukt dat in de schappen in de supermarkt snoep en koek met kleurrijke plaatjes op grijphoogte voor kinderen ligt. De voedingsmiddelenindustrie zou hierover zeggen dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor gezonde voeding voor kinderen. De hoogleraar is dan ook van mening dat deze sector door de overheid moet worden gereguleerd.
© Nationale Onderwijsgids