Leraren en schoolleiders maken zich grote zorgen over het feit dat ze strafrechtelijk kunnen worden vervolgd voor een ongeval met een leerling tijdens een schoolactiviteit. Dit blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van EenVandaag en CNV Onderwijs onder 1800 leerkrachten naar aanleiding van de rechtszaak tegen drie zwemleraren en twee basisschoolleerkrachten. Vandaag wordt duidelijk of de rechter hen verantwoordelijk houdt voor de verdrinking van een negenjarig Syrisch meisje tijdens de zwemles in september 2015. Dit melden CNV Onderwijs en EenVandaag.
Veel scholen houden het aanbieden van buitenschoolse activiteiten en de veiligheid die daarbij geboden kan worden opnieuw tegen het licht. volgens 10 procent van de respondenten is een schoolactiviteit inmiddels afgelast of is het toezicht aangepast en volgens 12 procent staat de organisatie van één of meer activiteiten, zoals schoolzwemmen of avondvierdaagse ter discussie.
Loek Schueler, voorzitter CNV Onderwijs, zegt dat een ongeluk nooit 100 procent te voorkomen is. Volgens haar moeten scholen goede afspraken moeten maken over veiligheid en hoe dit gerealiseerd moet worden. De taak van leraren is vervolgens deze afspraken te kennen en na te komen. Een dergelijk protocol is voor scholen ook verplicht. Bijna de helft (47 procent) van de ondervraagde leraren geeft echter aan deze veiligheidsmaatregelen op hun eigen school niet (genoeg) te kennen.
Er bestaat onder de respondenten discussie over wie de eindverantwoordelijke is voor de veiligheid van leerlingen tijdens schooluitjes: het schoolbestuur of de leraren. 57 procent vindt dat zowel het schoolbestuur als de betrokken leraren eindverantwoordelijkheid moeten dragen. Ook is er verschil van mening over het persoonlijk aansprakelijk stellen van de leraar na een ongeluk met een leerling. 46 procent vindt dat te ver gaan, 33 procent is daar wel voor.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
