Uit het rapport Peil Rekenen en Wiskunde komt naar voren dat veel basisscholen een lager niveau nastreven: namelijk het niveau 1F in plaats van 1S. De lat moet dus echt omhoog! Kinderen halen te weinig uit hun rekentalenten. 

“Dat is toch fantastisch! Al dat geld voor die achterstanden die opgelopen zijn door corona.”
Zo’n reactie ligt voor de hand. Toch horen er ook kanttekeningen bij. Alleen geld is immers niet de oplossing om (reken)onderwijs duurzaam te verbeteren. Daar is ook een lerende cultuur voor nodig en onderwijsmensen die kritisch durven kijken.  
 
Als we inzoomen op het rekenonderwijs is daar ook alle reden voor. De feiten spreken voor zich. Te weinig kinderen halen aan het einde van hun basisschooltijd het streefniveau '1S'. Uit peilonderzoek van de Inspectie blijkt dat maar een derde van de leerlingen in het reguliere basisonderwijs en amper 2 procent in het speciaal basisonderwijs dat niveau haalt. 
 

Kinderen halen te weinig uit hun rekentalenten

Veel scholen willen het geld van het Nationaal Programma Onderwijs inzetten om een kwaliteitsslag te maken. Ze willen leraren binnen houden, of met leraren aan de slag gaan om het onderwijs te verbeteren, door van en met elkaar te gaan leren. Als leraren van en met elkaar kunnen leren, dan verandert het onderwijs ook echt. Die aanname hoor ik vaak.  Dat klinkt natuurlijk mooi maar hoe ga je dat dan doen? Hoe zorg je ervoor dat leerkrachten echt de juiste dingen gaan doen op het gebied van rekenonderwijs? Uit het rapport Peil Rekenen en Wiskunde komt naar voren dat veel basisscholen een lager niveau nastreven: namelijk het niveau 1F in plaats van 1S. De lat moet dus echt omhoog! Kinderen halen te weinig uit hun rekentalenten.
 
Met de pabo achter zich weten leerkrachten hoe je een les moet voorbereiden. Ze hebben geleerd te kijken naar wat kinderen nodig hebben en hoe te differentiëren binnen de lessen. ‘Vers’ van de  pabo en eenmaal voor de klas, gaan nieuwe leerkrachten snel mee in de cultuur van een school: ‘pak je de methode en doe je de les die erin staat’. Zo gaat het helaas nog te vaak. 
 

De ‘waarom’-vraag

Als ik kritische vragen stel over het ‘waarom’ achter deze praktijk hoor ik vaak binnen een team: ‘dit doen we al jaren zo hoor’.  Of: ‘we doen dit gewoon altijd al zo dus laten we het vooral zo houden’. Of: ‘al die onderwijsvernieuwingen; ik houd me maar vast aan hoe het nu gaat, het verandert straks namelijk toch weer’.
 
Vaak worden deze ‘waarom- vragen’ als lastig ervaren, is mijn waarneming. Ik mis soms echt die kritische blik in het onderwijs, die vragen van en aan elkaar. Waarom doen we de dingen die we altijd doen? Wat levert het voor de kinderen en ons dan op? Moeten we deze les wel aanbieden of slaan we hem over? Moeten we deze toets wel afnemen en wat zegt die toets dan eigenlijk? 
 

Extra geld duurzaam inzetten

Zoals Einstein aangaf: ‘als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg’.  Als ik nu in de schoenen van schoolleiders en bestuurders zou staan, zou ik zeggen: investeer niet zozeer in methodes maar vooral in mensen. Ga op zoek naar die gedreven leerkrachten die kunnen en durven werken vanuit visie en weten wat relevant is om voor het kind het verschil te maken. Benut dit momentum om op een andere manier met je onderwijs bezig te zijn: niet de methode maar het kind centraal.
 
Zeker op het gebied van rekenonderwijs is met adequate professionalisering veel winst te halen. Ga op zoek naar die enthousiaste en talentvolle rekencoördinator of kartrekker die ook zin heeft om getraind te worden en vanuit zijn versterkte rol zijn visie en vaardigheden weer kan doorzetten naar het team, of binnen de stichting.  Nog te veel scholen hebben geen rekencoördinator in huis. Een nieuwe rekenmethode aanschaffen is allerminst een garantie voor een kwaliteitsslag, zo weet ik als onderwijsondersteuner uit eigen ervaring. Werken aan kwaliteit is een steeds terugkomend proces. Van en met elkaar leren betekent continu in gesprek zijn, een stevige coördinator in huis hebben die visie op onderwijs combineert met uitstekende coachingsvaardigheden. Zo haal je rendement uit de extra gelden waar je echt duurzaam mee vooruit kunt.